Op 9 december 2016 is de ontwerpwet houdende machtiging aan de minister van Financiën tot afwijking van het obligoplafond voor de staatsschuld, goedgekeurd. Dit houdt in dat er groen licht gegeven is om een lening van USD 235 miljoen aan te gaan met een Chinese bankinstelling. De lening wil de regering gebruiken om infrastructuur aan te leggen. “Dit is duidelijk weer een teken dat men wet en recht naast zich neerlegt. En dat men misbruik maakt van de marginale meerderheid die men heeft in ons parlement. Dit toont tevens de kwaliteit van het parlement aan. Men gaat blindelings achter het geheel aan, zonder stil te staan bij de consequenties die hieraan verbonden zijn.” Dit zegt Sham Binda, voorzitter van de Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen in Suriname (Akmos), desgevraagd aan Dagblad Suriname.
Volgens Binda zouden alle leningen die de regering gesloten heeft in een matrix gepubliceerd moeten worden. De samenleving heeft er recht op om kennis te nemen van deze leningen. “Vanaf het aantreden van deze regering willen we weten welke leningen er allemaal zijn afgesloten en voor welke rentepercentages. Het gaat niet alleen om de buitenlandse schulden, maar ook om de binnenlandse schulden. De cruciale vraag is vooral hoe men dit zal aflossen.” Volgens Binda zal dit een goede indicatie geven over het Bruto Binnenlands Product (BBP) en of er sprake zal zijn van een economische groei. Op de website van het Bureau voor Staatschuld worden de leningen wel aangegeven, maar deze is niet te allen tijde beschikbaar. Zo is deze website reeds enkele dagen niet toegankelijk. “Dit is heel frappant. Daarnaast is de website van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) niet up to date.” Binda vindt dat de CBvS verzuimd heeft om voorlichting en goede communicatie tot stand te brengen. “En dit is een kwalijke zaak. Op deze wijze nemen het wantrouwen en onzekerheid alleen maar toe. De financiële situatie geldt voor een ieder op dit moment. Iedereen houdt zich bezig met prijs- en koersontwikkelingen, vooral het bedrijfsleven”, aldus Binda.
Volgens Binda is het Internationaal Monetair Fonds (IMF) ook debet aan de ontstane situatie in het land. “Suriname heeft geen inkomsten in USD. Desondanks zijn de leningen in USD verstrekt. Het is alom bekend dat deze regering niet zorgvuldig omgaat met financiële middelen, desalniettemin komen zij in aanmerking voor leningen. Op deze wijze worden de corrupte regeringen gevoed!”
