Suriname gaat door een diepe economische crisis. Om sterk uit de crisis te komen moeten we proberen na te denken en te begrijpen hoe de crisis is ontstaan. De crisis houdt Suriname een spiegel voor. Laten we kijken wat we erin zien.
Er zijn weinigen die geloven dat de crisis is veroorzaakt door een wereldcrisis. De prijzen voor grondstoffen zijn weliswaar omlaag gegaan, maar dit kan niet de enige oorzaak zijn van de crisis. Een overheid met een vooruitziende blik had de crisis kunnen voorkomen, want voor de daling was er een stijging van de grondstoffenprijzen. Er was veel geld in kas. Intern is er iets misgegaan. Dat is wanbeleid. De oorzaak van de crisis is vooral een ethisch probleem. De crisis heeft sommige ondeugden goed zichtbaar gemaakt. Een ondeugd die in het oog springt is verspilling. Dit artikel gaat voornamelijk hierover.
De verspiller vertoont een beetje dierlijk gedrag, omdat zijn gedrag beperkt is tot het hier en nu. Hij wordt gedreven door directe lustbevrediging. De toekomst is voor hem maar een vaag idee dat zijn gedrag niet kan afremmen. Het gevolg van dat gedrag is gebrek en ellende. De ander betaalt altijd de rekening voor de ijdelheid van de verspiller. Die ijdelheid wordt gevoed door de buigende parasieten die hun graantje meepikken en in hun vuistje lachen omdat ze door de verspilling rijk worden. Het wordt ook gevoed door een gepeupel die vol bewondering in de handjes klapt voor de ijdele verspiller, omdat het zich herkent in de attitude van de verspiller, en vol bewondering staart naar zijn uiterlijk vertoon.
De verspiller moet men als een ziekte proberen te vermijden. Als je hebt ontdekt dat iemand geld opmaakt, dan moet je meteen met hem breken, anders ga jij ervoor moeten betalen. De verspiller is steeds op zoek naar geld om te kunnen blijven verspillen. Staatsbedrijven worden uitgemolken. Het leningenplafond wordt verhoogd. Hij leent links en rechts, en dan moet men afwachten of hij ooit gaat terugbetalen. Je mag er niet van uitgaan dat iemand die een hoop geld heeft ‘gebost’, het geld dat je hem opnieuw in handen geeft, niet zal verspillen. Het is de kat op het spek binden.
De verspiller kijkt altijd met lust naar jouw centen. Er is een verband tussen verspilling en misdaad. Kijk maar, een verspillend beleid heeft geleid tot verarming en de verarming leidt tot toename van de criminaliteit. De verspiller heeft om zich heen ook een dankbare, door pastoors gezegende kliek verzameld. Ze hebben hun weinigzeggende plunje overnight mogen verruilen voor een net pak en een luxe leven in de hogere stand. Het is zeg maar het duivelsgespuis. In ruil daarvoor mogen ze alleen kwispelen en blaffen op commando.
Wie zich onder het volk begeeft, kan de verleiding niet weerstaan om te veronderstellen dat sommige ondeugden etnisch zijn. De vooroordelen vliegen je om de oren en drukken onderliggende spanningen uit. Ze bestaan al heel lang en zijn hardnekkig. De ondeugden die men elkaar toeschrijft zijn: zuinigheid, hebzucht, gierigheid, verslaafdheid, onbetrouwbaarheid, valsheid, jaloezie, luiheid, verspilling, crimineel gedrag en losbandigheid. Elke ondeugd heeft zijn eigen cultuur. Wie de schoen past trekt hem aan.
Laten we kijken naar verspilling en zuinigheid en die met elkaar vergelijken. In de politiek staan ze tegenover elkaar. We hebben al gezien waarom verspilling een ondeugd is. Bij zuinigheid (of negatiever: gierigheid) is dit minder eenduidig. Zuinigheid staat in verband met spaarzaamheid. Het gevolg van spaarzaamheid is overvloed. En wie is hiertegen? Zuinigheid of gierigheid is dus zo slecht nog niet. De politiek van de laatste jaren heeft duidelijk aangetoond dat een ‘Njang Dringi Prisiri’ mentaliteit negatief werkt en geen basis is voor geluk maar voor ellende. De verspiller heeft u beroofd van meer dan de helft van uw inkomen. U betaalt zijn gelag, terwijl hij lacht en goed slaapt. Als de verspiller uw centjes niet had verspild maar gespaard, dan was u nu beter gewapend tegen de pijn. Het is niet overdreven om desnoods een driedubbele buffer aan te leggen tegen gevaar en narigheid, want niemand kan in de toekomst kijken en de toekomst brengt altijd gevaren met zich mee. En als het gevaar niet komt dan kunnen de kinderen of anderen die minder voorzichtig zijn geweest toch nog profiteren van de goed gevulde schatkist. Je kan liever omgaan met iemand die zuinig is en zichzelf kan beheersen, dan met een verspiller die altijd zijn geld opmaakt. In nood kan je altijd nog langs bij de zuinige die heeft gespaard, terwijl je niets hoeft te verwachten van de verspiller die zich in de schulden heeft gewerkt. Kijk maar, de overheid bedelt geen geld bij haar berooide vrienden Haïti en Venezuela, maar gaat langs bij de ‘buitenlandse vijanden’.
De oorzaak van de economische crisis is dus de verspiller, die meer geld uitgeeft dan hij verdient. En de medeschuldigen zijn de slechte en de lelijke. De slechte maakt of breekt wetten om straffeloos te blijven of om zijn macht te vergroten, ook al leidt dit tot ellende; hij plaatst vriendjes, al dan niet met strafblad, in sleutelposities, houdt niet van transparant zakendoen en gooit liever zand over megacorruptie. En de lelijke is die valse, laaghartige en kwaadaardige politieke verrader en overloper, die nooit fijn is om te zien of te horen. De drie hebben elkaar de hand gereikt en zijn onder één dak gaan wonen. Daarom loopt Suriname nu zoals het loopt. ‘A kondre e dompu lek’ a broko wan sei futu.’ Herstel kan nog lang duren.
Verspilling is slecht, zuinigheid is beter (zolang het niet ontaardt in hebzucht). De verspiller moet dus samen met de slechte en de lelijke uit de politiek worden verbannen. Dit kan alleen door een krachtige middenklasse en sterke instituten die daarvoor gerespecteerd dienen te worden. Dit is makkelijk om te zeggen, maar moeilijk om te doen. Er is vooralsnog niemand in Suriname die de (gordiaanse) knoop nu eindelijk eens kan doorhakken. Alleen het IMF lijkt in staat om hervorming van het bestuur af te dwingen. Of het kan optreden tegen de verspiller, de slechte en de lelijke is nog maar de vraag.
Fijne Srefidensie.
D. Balraadjsing (uit Nederland)