“De Wet Vrijheid op Vakvereniging is in hoofdzaak een clustering van wetten die verspreid geschreven zijn. Om de zaak overzichtelijk te maken zijn de wetten geclusterd”, zegt Glenn Piroe, onderdirecteur Juridische en Internationale Zaken op het ministerie van Arbeid. Het gaat in deze om het Decreet Bescherming Werknemersvertegenwoordigers, Decreet Erkenning Vakverenigingen Werknemers en het Staatsbesluit met betrekking tot Referendum bij rivaliserende vakbonden. Tegelijkertijd zijn enkele rechten zoals het recht om verkiezingen te houden of verkozen te worden als bestuurslid verder uitgebreid op basis van de Caricom wetgeving.” Volgens Piroe had Suriname als lid van de Caricom de plicht om haar wetgeving te harmoniseren. “Er is een Caricom modelwet, die gaat over de vrijheid van vakvereniging. Er zijn tevens twee belangrijke ILO- verdragen die uitgewerkt zijn in de decreten en die wij overgenomen hebben in deze wetgeving en het houdt onder andere in het recht om een vakbond op te richten. Suriname beschikte wel over deze rechten, maar die waren verspreid. Er heerste onder andere een onoverzichtelijke situatie, wat merkbaar was bij de vakbonden. De vakbeweging had de zaak zelf niet in de gaten en om de zaak overzichtelijk te maken, hebben we er één wet van gemaakt.”
“Ontslag is mogelijk als daarvoor geldige reden zijn opgegeven”, zegt Piroe. “Vakbondsbestuursleden mochten al niet gestraft worden voor hun vakbondswerk. Nu is voor de duidelijkheid een bepaling aangenomen, die aangeeft dat de vakbond geen immuniteit geniet voor wat hun handelingen betreft. Wanneer men op de werkplek handelingen verricht of verzuimt dan bestaat er daarvoor geen immuniteit. Er is wel bescherming wanneer men vakbondswerk doet, maar het brengt geen immuniteit met zich mee in gevallen zoals plichtsverzuim, diefstal en andere zaken.” Een stuk dat is overgenomen uit de Caricom wetgeving is dat de werkgever geen schaduwvakbonden mag oprichten. Het moest opgenomen worden, omdat de vakbond onafhankelijk behoord te zijn van de werkgever. Daarbij is van belang dat de werknemer zich vrijelijk bundelt als ze dat wenselijk achten. “Uiteindelijk zal de bundeling van werknemers een aangelegenheid van hen zelf moeten zijn.”
