Het onderwijssysteem in Suriname laat veel te wensen over. Alhoewel de ontwikkelingen in de wereld op het onderwijsvlak enorm dynamisch zijn, is dit in Suriname erg statisch gebleven. Zo is er nog steeds sprake van grote groepen leerlingen in de klassen, ongekwalificeerde leerkrachten/docenten, eeuwenoude literatuur, ouderwets leerstijl, verzorgen van bijlessen enz. Het is hoog tijd dat er een aanvang wordt gemaakt met het aanpakken van de diverse knelpunten in het onderwijs. Dagblad Suriname sprak in dit kader met Marcelino Nerkust, president van de Federatie van Organisaties van Leerkrachten in Suriname (Fols).
Volgens Nerkust is het zeer frustrerend voor leerkrachten om les te geven aan grote groepen leerlingen. Alvorens kritiek te leveren op de leerkrachten is het van belang om ook eens het beleid van de regering onder de loep te nemen. Zo is door het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur vastgesteld dat er 40 leerlingen in een klas geaccommodeerd dienen te worden. Dit zorgt voor heel wat neveneffecten, zoals onder andere het verzorgen van bijlessen. “Men moet gaan kijken wat de internationale norm op dit vlak is.” Vooral op de lagere scholen komt het fenomeen van ‘grote klassen’ het meest voor. “Soms is er zelfs sprake van meer dan 40 leerlingen in een klas. Wanneer een leerkracht bijvoorbeeld als gevolg van een ziekte niet op school aanwezig kan zijn, betekent dit dat een leerkracht 2 klassen moet managen. Op deze wijze kan men vanzelfsprekend geen individuele aandacht geven aan de leerlingen, omdat men zich moet richten op het totaal aantal leerlingen. Daarnaast moet de leerstof in een bepaalde periode afgerond worden.” Deze kwestie is ook opgenomen in het herwaarderingsprogramma van de leerkrachten. Er is reeds diverse malen aangekaart dat men bij het bouwen van lokalen rekening moet houden met de grootte, echter is dit tot op heden een knelpunt gebleven.
Het aspect van bijlessen is naar zeggen van Nerkust geen noodzaak. “Het is niet altijd een oplossing om een leerling op bijles te sturen om betere schoolresultaten te behalen.” Er zijn ook andere mogelijkheden. “Er moet ruimte zijn dat de een de ander helpt. Waarom kunnen de leerlingen elkaar onderling niet ondersteunen? Op deze manier leert men op jonge leeftijd om samen te werken. Er zijn ouders die de leerkrachten zelf vragen om bijlessen te verzorgen. Daarom zou ik niet stellen dat leerkrachten misbruik maken van de situatie om bijlessen te verzorgen. Men vraagt er zelf naar. Vanwege de economische omstandigheden is men overgegaan tot het verzorgen van bijlessen”, aldus Nerkust.