Suriname redelijk welvarend

Recent is de Wereld Welvaartsindex gepubliceerd voor dit jaar. Suriname staat tussen de 149 landen op de 51ste plaats. Dat is op zich geen slechte plek, weliswaar deden ca 40 staten niet mee in deze index. Deze index is weer een rangschikking waar de landen geordend worden op basis van de onderlinge verhoudingen en verschillen. Sinds vorig jaar wordt door de burgerij steen en been geklaagd over de geërodeerde koopkracht en de verminderde koopkracht. Door de burgerij wordt veel ongerief ervaren, maar toch scoren we op wereldniveau goed. Hoe komt dat? Een verklaring kan zijn dat de staat een groot aantal burgers een verkapte vorm van een werkloosheidsuitkering aanbiedt. We doelen dan op de duizenden overbodige ambtenaren die de staat in dienst houdt. Deze personen zouden waarschijnlijk anders werkloos zijn. Deze ambtenaren zijn overbodig maar toch in dienst. Praktisch komt deze situatie erop neer dat een aantal mensen maandelijks in aanmerking komt voor een uitkering van staatswege. In ruil daarvoor moeten zijn zich dagelijks, enkele keren per week of wekelijks aanmelden op een werkplek. Deze ambtenaren hebben niets zinvols te doen maar zij zijn wel bereid om naar hun vermogen arbeid te verrichten. Er zijn geen programma’s waarbij de inzetbaarheid van deze categorie werklozen wordt verbeterd via trainingen. Dit alles maakt dat Suriname een grote verzorgingsstaat is, een verzorgingsstaat van wereldformaat. Een groot deel van de bevolking krijgt een salaris van staatswege in ruil voor niets doen. Met het salaris komt ook een reeks sociale voorzieningen. Dat is alleen ook economisch haalbaar en mogelijk in misschien rijke oliestaten. De ‘Prosperity Index’ wordt gepubliceerd door het Lagatum Institute. Er zijn 9 categorieën waarin de landen worden gerangschikt en het gemiddelde daarvan is de overall rangschikking. Deze subcategorieën zijn de economie van de kwaliteit waar Suriname wel slecht scoort namelijk no 89 en daarnaast businessklimaat (137), kwaliteit van bestuur (58), onderwijs (74), gezondheidszorg (54), veiligheid (56), persoonlijke vrijheid (30), sociaal kapitaal (61) en het natuurlijk milieu (23). Suriname scoort het slechtst bij businessklimaat en het hoogst bij het natuurlijke milieu (kennelijk het relatief ongerepte tropisch regenwoud) en de persoonlijke vrijheid, dus de vrijheid om de burgerrechten te beleven, zoals de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging en vergadering. Trinidad is het enige land boven Suriname en wel op overall nummer 45. Jamaica scoort overall 55, Guyana 80 en Belize 81. Nederland staat op plaats nummer 7. Nieuw Zeeland, Noorwegen, Finland, Zwitserland en Canada zijn in de top 5. Het hoogste Latijns Amerikaanse land is Uruguay op nummer 28. Een aantal Caribische landen wordt meegenomen in een analyse van het Britsche Gemenebest waarvan wordt gezegd dat het heel goed functioneert wat betreft het genereren van welvaart. Er zijn landen in de Latijns Amerikaanse regio, waartoe Suriname wordt gerekend, die goed erin geslaagd zijn om welvaart en welzijn voor hun bevolking te creëren, en andere hebben daarin grovelijk gefaald. Suriname behoort tot geen van deze twee categorieën. Het businessklimaat in Suriname is er nog steeds belabberd aan toe. Er zou door de huidige regering en de huidige HI-minister plannen zijn aangekondigd die het opzetten van een bedrijf laagdrempelig zou maken. Deze plannen zijn nog niet verwezenlijkt en er zou nu een consultant in de arm zijn genomen om adviezen te geven, dus opeens zouden we het niet weten. Opgemerkt moet worden dat de Competitiveness Unit Suriname een heleboel maatregelen al in voorbereiding had inclusief wetgeving die onze businessklimaat behoorden te verbeteren, maar zover zijn we niet. Als er minder drempels zouden zijn dan voorheen, dan wordt dat niet bekend gemaakt en worden burgers niet uitgenodigd om bedrijven te openen. Suriname scoort ook slecht wat betreft de kwaliteit van de economie en dat is te begrijpen. Onze economie is ondanks verschillende plannen en politieke beloften nog in een primitieve fase en de nieuwe Surinamer is niet klaargemaakt om de moderne economie te draaien. Suriname scoort top wanneer het gaat om het natuurlijke klimaat, maar er wordt weinig rendement gehaald uit de verschillende vormen van duurzaam beheer van de natuurlijke hupbronnen, waarbij we denken aan REDD+. Er is een denken bij de politici dat Surinamers alleen niet in staat zijn om de natuurlijke bronnen waarover Suriname beschikt op te maken. Er zijn politici die denken dat Suriname ongestoord leningen kan nemen en geen discipline en zelfbeheersing aan de dag moet leggen, omdat onze natuurlijke hulpbronnen zo onmetelijk groot zijn dat het veelvoudige van de leningen kan worden terugbetaald. Dat is een verkeerde benadering, leidt tot een enorme verspilling en verkwanseling van de hulpbronnen en het verlamt de ‘overhaul’ van de economie. Komt nog bijkijken dat het bedrijfsleven zijn rol niet kan of wil spelen in de economie. Opvallend is ook de hoge score voor persoonlijke vrijheid, terwijl wel gezegd moet worden dat er nog een sfeer is van intimidatie en rancune, waardoor mediawerkers bijvoorbeeld soms bang zijn om verbonden te zijn aan berichten die in de krant worden gepubliceerd. Alhoewel ca 40 staten niet op de lijst zijn opgenomen, scoort Suriname een relatief goede score, vooral als we het vergelijken met andere rangschikkingen. De keus is om gecreëerde welvaart en welzijn via inkomen en sociale wetgeving, te blijven behouden. De enige weg is door alle welvaart inderdaad met zweet te verdienen.

error: Kopiëren mag niet!