Verdachten zouden meer dan 10 kilo coke vervoeren naar de Bahama’s

Osborne N. (36), Melissa C. (18) en Rushanna P.(23) moesten zich maandag verantwoorden voor kantonrechter Ingrid Lachitjaran. De verdachten worden ervan verweten dat zij op 27 maart dit jaar drugs wilden smokkelen naar de Bahama’s. Het BID-team, dat dagelijks bezig is met de visitatie, merkte onregelmatigheden in de koffers van de 3 passagiers. Op basis hiervan werd een onderzoek ingesteld. Het bleek dat de drugs verborgen was in 3 koffers, die elk een extra wand hadden. In de reiskoffer van Melissa was 3380 gram coke verborgen. Zij verklaarde op de rechtszitting dat zij doelbewust naar Suriname kwam om drugs te smokkelen. Zij is van Guyanese komaf. De financiering van de studie en de zorg van haar kinderen heeft gemaakt dat zij deze stap heeft ondernomen. Zij verkeerde in financiële nood en stemde toe met de verstrekker om de drugs het land uit te smokkelen.
De verdachte Rushanna had ook meer dan 3 kilo coke in haar reiskoffer. Vanwege financiële nood is zij van Guyana naar Suriname afgereisd om het spul naar de Bahama’s te smokkelen. Zij heeft 5 minderjarige kinderen in de leeftijdsklasse van 8, 5, 3, 2 jaar en de jongste is 9 maanden oud. Ten tijde van het delict was haar baby 2 maanden oud. Huilend verzocht zij de rechter om haar een kans te willen geven, zodat zij snel weer terug mag zijn bij haar kinderen.
De verdachte Osborne is van de Bahama’s. Hij verklaarde op de zitting dat hij voor anderhalve dag in Suriname was om zijn liefje te ontmoeten. Echter heeft hij haar nooit voor de justitie kunnen produceren. Frappant in deze zaak is dat het spul in de koffers bij al deze verdachten op dezelfde manier was verborgen. Osborne had 4340 gram coke in zijn bezit. Op de vraag van de magistraat verklaarden de verdachten dat zij elkaar niet kenden. Zij waren allen afzonderlijk afgereisd naar Suriname. Osborne verklaarde dat hij spullen had aangeschaft in Suriname. Hij had een kleine koffer bij zich waarin zijn goederen niet meer pasten. Een taxichauffeur die hem gedurende twee dagen had gereden, had een koffer aan de verdachte aangeboden. Daarmee was hij naar de luchthaven gereden. Volgens de taxichauffeur moest de verdachte de geleende koffer in Bahama’s aan zijn vriend teruggeven. Officier van Justitie Nirmala Maikoe gaf aan dat de verklaring van deze verdachte niet overeenkomt met de verklaring die hij bij de politie had afgelegd. Ook heeft zijn paspoort geen incheckstempel. Volgens de verdachten worden in de Bahama’s de paspoorten afgestempeld als je terugkomt. Deze verklaring van de verdachte kwam volgens de vervolging heel leugenachtig over.
De verdachten zijn allen Engelssprekende mensen. De vervolging vroeg een jurist die werkzaam is op het parket om als tolk op te treden. Advocaat Irvin Kanhai, die één van de verdachten juridische bijstand verleende, had bezwaar hiertegen. Hij was de mening toegedaan dat een tolk onafhankelijk en onpartijdig moet zijn. Uiteindelijk besloot de rechter om de tolk op de zitting te beëdigen, zodat die officieel als tolk kon functioneren. Dit gebeurde omdat de tolken een achterstallige betaling hebben die de staat vooralsnog niet heeft voldaan. Er is momenteel geen overzicht wanneer de tolken hun werkzaamheden zullen hervatten. De magistraat stelde de verdere behandeling uit naar 5 december. Op die dag zullen de vervolging en de advocaten aan het woord komen. De verdachten blijven tot dan in politiearrest.
Saskia Bandhan

error: Kopiëren mag niet!