Belfort: ‘Nomo nomo Bouta wani mi tapu Juspol’

Assembleelid Edward Belfort (Abop) vermoedt dat president Desi Bouterse manieren zoekt om zijn mond dicht te krijgen door hem de ministerspositie van Justitie en Politie wederom aan te bieden. Vandaar dat het staatshoofd hem op 30 september, na het houden van zijn jaarrede in De Nationale Assemblee (DNA), als ‘mijn minister’ steeds glimlachend aanduidde en hem bovendien in deze hoedanigheid ook uitnodigde om aanwezig te zijn op het presidentieel paleis. “Hij komt mij in de DNA roepen om op het paleis met hem te komen praten. Praten? Waarover? Nomo nomo Bouta wani mi tapu Juspol. Ik weet dat de president de Juspol-minister Jennifer van Dijk-Silos samen met haar directeur en korpschef weg wil halen. Dit heeft hij in december 2015 persoonlijk ook aan mij gezegd. Hij heeft zich verkeken op deze minister. Hij had mij bij het formeren van zijn kabinet al gezegd dat hij mij als minister wilde zien in een samengevoegd ministerie van Justitie en Defensie. Ik ben toen niet ingegaan en ik wil nog steeds niet. Ik wil niet meer onder Bouterse fungeren als minister. Elk ander die daar zal komen als president en zo een beroep doet op mij, dan zal ik dit in overweging nemen. Maar Bouterse, never!”, zegt Belfort aan Dagblad Suriname. De voormalige Justitieminister benadrukt dat het staatshoofd een scenario samen met de overige toppers van zijn kabinet wil opzetten om het volk te laten zien dat ‘Belfort ondanks zijn kritiek toch zal happen voor een ministerspost’.
‘Bouterse vroeg Brunswijk over mij’
Belfort zegt dat hij vanaf de oproep van het staatshoofd na zijn jaarrede op 30 september niet naar het presidentieel paleis is geweest, omdat hij niets daar te zoeken heeft. Achteraf kreeg hij van zijn partijvoorzitter Ronnie Brunswijk, die wel op bezoek was bij de president, te horen dat het staatshoofd wederom naar hem vroeg. “Brunswijk was even geweest en de president vroeg hem gelijk: ‘Belly kon njongu?’. Ik heb niets daar te zoeken, omdat ik mijn naam hoog wil houden.”
Van Dijk-Silos kreeg brevet ongeschiktheid in openbaar
Belfort zegt dat Van Dijk-Silos op 30 september ook in de vergaderzaal van het parlement aanwezig was toen Bouterse deze uitlatingen deed. Volgens de parlementariër heeft de bewindsvrouw hiermee in het openbaar een brevet van ongeschiktheid gehad van het staatshoofd. “Als ik in haar schoenen stond, had ik dezelfde dag nog bedankt als minister”, aldus de volksvertegenwoordiger. Volgens de parlementariër weet de minister zelf dat zij niet geschikt is op de post, ‘aangezien de situatie in het korps steeds verslechtert en zij gelden voor onnodige zaken verspilt’.
‘Ministers zijn tassensjouwers’
De parlementariër benadrukt dat één zittingsperiode onder de huidige president al een hoofdpijn voor hem was als minister. Hij hekelt vooral het feit dat alles door het kabinet van de president wordt beslist en de ministers slechts als tassensjouwers worden gebruikt. “De ministers zijn tassensjouwers. Verder hebben zij niets in de melk te brokkelen. Zij moeten maar dulden en daar zitten als jaknikkers.” Volgens de politicus is het niet slechts de president die zijn invloed uitoefent op de bewindslieden, maar ook de vele toppers op het kabinet die in gesloten kamers deze ministers verplichten zaken terug te draaien of bewust te frustreren. Een van deze voorbeelden volgens hem is de welbekende Skalian-kwestie waarover niemand nu wenst te praten.
‘Ik had hem gewaarschuwd tegen rovers op zijn kabinet’
De Abop’er voert aan dat hij de president reeds tijdens de vorige zittingsperiode gewaarschuwd had voor de ‘rovers binnen zijn kabinet’. “Hij is nimmer ingegaan op mijn waarschuwingen en hij ziet nu zelf het rendement van zijn nalatigheid. Door het zwijgen is hij op den duur ook deel daarvan gaan uitmaken. Als ik nu ga happen, zal dat ook betekenen dat ik dit soort zaken goedkeur. Daarom zegt ik het weer: Belfort gaat niet happen!”, aldus Belfort.
FR

error: Kopiëren mag niet!