‘Handtammig’
Ieder kind kan leren, kan alles aanleren, maar op zijn eigen manier en op zijn eigen tijd. Het ene kind leert razendsnel door te kijken van ‘oh, doen ze dat zo, dan kan ik het ook’. Het andere kind vraagt zich af: ‘hoe doen ze dat?’ Het kind pakt een voorwerp beet en gaat het betasten en bekijken. Dat kind heeft dus een ander zintuig nodig om hem te ondersteunen. De ene hoort dat de juffrouw zei: ‘een en een is twee’ en dan hoor je het kind heel zachtjes zeggen: ‘een en een is twee’. Dat kind heeft het nodig om wat gezegd is hardop te herhalen, waardoor hij de informatie kan bewaren in zijn hersenen. Dus iedereen leert op een andere manier met zijn eigen zintuigen. Soms leer je met één zintuig, soms met twee, soms met drie en soms heb je alle zintuigen nodig om iets te leren. Je kunt het aan sommige baby’s zien, je geeft ze iets in handen, ze laten het voorwerp een paar keer rollen en ze zijn er klaar mee. Een andere baby stopt het voorwerp in zijn mond, want die moet voelen wat het is, die gebruikt weer zijn smaak en de lippen, want die zijn ook gevoelig. Er zijn kinderen die overal aan zitten. Vroeger zei men: ‘Je bent handtammig, je zit overal aan’. Dan werd het je verboden, maar dat is juist niet goed want door het voorwerp te voelen merk je op: dit is zacht, dit is hard, dit is koud, dit is warm. En dan begrijp je het beter. Iedereen heeft zo zijn eigen manier om dingen aan te pakken.
Voeding en opvoeding
Kinderen kunnen om verschillende redenen minder capaciteit hebben. Bijvoorbeeld door een vroege geboorte, kan het zo zijn dat de hersenen op dat moment nog niet genoeg gerijpt zijn. Dergelijke kinderen hebben een handicap. Dus kinderen hebben niet alleen van zichzelf weinig capaciteit, kinderen kunnen ook beschadigingen oplopen. Beschadiging kan onder andere veroorzaakt worden door de omgeving waarin het kind opgroeit. Zo kan het zijn dat het kind niet op de juiste manier gevoed is, waardoor de hersenen niet voldoende ontwikkeld zijn. Voor een goede ontwikkeling heeft een kind voeding en opvoeding nodig. Wanneer die twee niet samen gaan of een van ze op de achtergrond raakt, kan er een ontwikkelingsproblematiek ontstaan, met het gevolg dat het kind zich niet op een correcte manier kan ontwikkelen.