De nieuwe kieswet kan niet los gezien worden van de Grondwet van de Republiek Suriname en het Decreet Politieke Organisaties, dat tijdens het militair bewind van Bouterse in 1987 werd geslagen. Wim Bakker van de NPS constateert dat de laatste tijd wordt geprobeerd om de zwakte, het onvermogen van politieke partijen te verrekenen met het nationaal politiek systeem. Er wordt getracht wetten te maken om tekortkomingen in politieke partijen goed te keuren. Er is geen echte democratie in de politieke partijen. De systemen zijn niet transparant. Bijvoorbeeld de kandidaatstelling is een ‘piki piki prey’, die vanuit de heersende groep in de partij wordt georganiseerd. Zodoende worden personen naar voren geschoven, die politiek niet getest zijn. Zij zijn niet getoetst door debatvoering en verkiezingen. Het zijn personen waarvan je niet helemaal zeker bent van hun loyaliteit en ideeën. Binnen de politieke partijen is men loyaal aan personen en symbolen, maar er is geen binding in de zin van een ideologie. Daardoor ontstaan volgens Bakker problemen zoals het overlopen. ‘De controle die een partij moet hebben op gekozen volksvertegenwoordigers moet vooraf bewerkstelligd worden. Dat kan gebeuren door ervoor te zorgen dat er democratie is binnen de partijen. Personen die een politieke carrière nastreven, moeten in debatten uitgebreid getest worden op hun kennis, ervaring, ideeën en karakter. Getracht moet worden om hun onuitgesproken politieke agenda’s te doorgronden.’
Overlopers
Bakker is de mening toegedaan dat regels tegen het overlopen niet via de Grondwet en DNA moeten lopen. Het moet worden aangepakt op het niveau van de politieke partijen. De politieke partijen functioneren niet naar behoren. Er zal daarmee bij de samenstelling van de nieuwe kieswet terdege rekening mee moeten worden gehouden. ‘Het kan geen kwaad als het vereist democratische gehalte van politieke partijen in de nieuwe kieswet wordt vastgelegd.’
