Soren Opti (badminton) samen met zus Nathalie Haynes (foto: FB) Zwemmer Renzo Tjon A Joe geflankeerd door moeder Patricia en vader Stuart, terwijl familievriendin Jennifer Bromet uiterst links staat (foto: FB)Suriname doet mee aan de Olympische Spelen in Rio de Janeiro, in ons buurland Brazilië. En toch, nauwelijks Surinamers die de moeite doen om onze sporters te gaan ondersteunen in het buurland. Een heel kleine groep heeft dat gedaan, maar dan wel voor het feit dat een familielid meedoet. Zo is de moeder van zwemmer Renzo Tjon A Joe er altijd bij tijdens grote toernooien van haar zoon. Deze keer is vader Stuart er ook bij en zo ook familievriendin Jennifer Bromet. Ook de zus van Soren Opti, de oud-badmintonkampioen van Suriname Nathalie Haynes, reisde speciaal af om het Olympisch debuut van de talentvolle Soren mee te maken. Daarnaast is één van de beste sportjournalisten van Suriname, Desney Romeo, op eigen gelegenheid in Rio om team Suriname te ondersteunen. Een oom van Yigal Kopinsky zat ook aan bij judo. Maar voor de rest niemand uit Suriname meer. Ook een vertegenwoordiging van de consulaten of ambassade van Suriname in Brazilië gemist bij de wedstrijden tot nu toe. Of ontvangst van de delegatie. Het enige vanuit die kant was begeleiding van een dame van het consulaat bij het uitchecken op de luchthaven in Belem. We werden als VIP uit de rij gehaald en meteen geholpen, dat alleen.
In tegenstelling tot andere landen, is het bij een ieder bekend dat Surinamers niet graag een sportwedstrijd bezoeken. Erger nog een match in het buitenland. Bij voetbal gebeurt het weleens, maar heden ten dage dat ook niet zoveel meer. Wat we zien, is dat als heel jeugdige sporters naar het buitenland gaan, soms een ouder ook meereist. In Rio krioelt het van supporters van andere landen, die geen enkel familieverband of enige relatie hebben. Gewoon omdat iemand van je land daar uitkomt, ga je voor ondersteuning van die sporter.
Oké, je kan zeggen dat de economische situatie in het land van dien aard is dat mensen letten op hun centjes. Maar er zijn genoeg mensen met geld die het wel kunnen doen. De minister van Sport- en Jeugdzaken zou dat wel kunnen doen, de directeur van Sportzaken ook. Echter is geen van ze naar Rio afgereisd om Suriname te ondersteunen. Morele ondersteuning hebben onze sporters ook nodig, naast het geld om zich goed te kunnen voorbereiden op wedstrijden. Het voorbeeld moet vanuit de regering komen. Brazilië was even de grens oversteken. In een volgende column komen we terug op dat gedeelte van het geld. Jaswant Gajadien uit Rio
