De triomfen van Michael Phelps overheersen momenteel de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Hij heeft 5 gouden medailles op zak en een zilver op de 100 meter vlinderslag. Totaal 26 medailles waarvan 22 gouden op 4 Olympische Spelen. Ook de eerste gouden medailles van Fiji (rugby 7) en Vietnam (schieten) vielen even op, alsook de eerste Braziliaanse vrouw die goud won met judo. Maar wat revolutie en openbaring waren, zijn de gouden medailles van de dames Simone Biles en Simone Manuel. Uitgerekend behalen ze gouden medailles, als zwarte Amerikaanse vrouwen, op sporten die gedomineerd en beoefend werden door ‘niet-zwarten’. Biles deed dat deed dat bij gymnastiek, een sport waar jaren de Aziaten, (Oost) Europeanen en blanke Amerikanen domineerden. Biles stak ze een stokje voor en pakte goud.
Maar het topnieuws van afgelopen dagen was toch Simone Manuel. De 18-jarige won de hoofdprijs voor de neus van titelverdediger Ranomi Kromowidjojo uit Nederland en de gezusters Campbell uit Australië. Anthony Nesty van Suriname was de eerste donkere zwemmer die ooit goud won op de Olympische Spelen. Dat was in 1988 in Seoul op het onderdeel 100 meter vlinderslag. Manuel doet dat na 28 jaar op het koninginnennummer, de 100 meter vrijeslag. De eerste zwarte vrouw die ooit een gouden medaille heeft gewonnen op de Olympische Spelen.
Uitgerekend brengen Simone & Simone hun land, USA, grote euforie in een tijd waar de etnische strijd tussen de witte en zwarte Amerikaan weer opgelaaid is. In de afgelopen jaren kunnen we het doodschieten van Afro-Amerikanen door witte Amerikaanse politiemannen nog goed heugen. Ook de beweging Black Lives Matter, waarover vele mensen nu praten. De zwarte Amerikaan is heden ten dage niet minder dan de andere bewoners. Ze kunnen zelfs president van het land worden, hoofdprijzen winnen in andere sporten dan tennis, basketbal of voetbal.
Binnen de Olympische beweging is van de strijd tussen zwarten en witten niets te merken. In het Olympisch dorp is een ieder één. Biles en Manuel lopen vrij rond met de superwitten. In Rio, maar vooral het atletendorp, voeren vrede en liefde de boventoon. Atleten van Noord-Korea en Zuid-Korea maken selfies met elkaar, sporters van Rusland en Oekraïne zitten samen aan tafel, maken de mensen van India en Pakistan vaak een babbeltje en is het onderscheid tussen de Argentijnen en Britten niet te merken als ze samen een wandeling maken. Sport verbroedert. Sport brengt landen op de kaart in een positieve zin. Lang leve de Olympische beweging.
Jaswant Gajadien uit Rio