Zowel studenten als docenten zitten vol spanning te wachten op het uiteindelijk besluit van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Minowc), over de invoering van collegegelden op de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Er wordt gezegd dat het collegegeld gesteld is op U$ 300. Voor heel wat studenten is dit zeker geen goed nieuws. Dagblad Suriname vroeg minister Robert Peneux wat de studenten precies te wachten staat. De minister wenste nog niet uit te komen met een reactie. “Ik ga daarover nog niet praten. U moet rustig wachten”, was de reactie van de minister. Het SRD 750 inschrijfgeld is voor vele studenten al een probleem geworden met de hele economische situatie in het land.
Volksvertegenwoordiger Riad Nurmohamed (VHP), die tevens universitair hoofddocent en onderzoeker is, geeft aan de studenten van dichtbij mee te maken. Hij begrijpt de bezorgdheid van de studenten. Eén van de consequenties van de invoering van collegegelden op zo een niveau is dat een groot deel van de potentiële studenten zal afhaken. Dit zijn de geluiden die Dagblad Suriname in het veld heeft mogen opvangen. Daar is Nurmohamed zich ook bewust van. “Het voorstel van U$300 kan een probleem zijn, maar wie ben ik om daarover te beslissen. De studenten zullen dat zelf moeten beslissen. Inschrijfgeld of collegegeld pas je echter aan wanneer het goed gaat in een land. Juist in moeilijke tijden komen met zulke aanpassingen, komt niet zo gelukkig over”, stelt Nurmohamed.
De Adekus is geen representatieve universiteit. Het instituut krijgt onvoldoende werk van buiten. Van belang is het model dat gehanteerd wordt om de prijs van collegegelden te bepalen. In een ideale situatie trekt de universiteit werk aan van buiten en krijgt geld in ruil daarvoor. Het verschil dat nog overblijft op de begroting komt dan van de studenten. “In feite zou zeker 50% tot 80% van de middelen via dienstverlening moeten komen”, stelt Nurmohamed. Eerlijkheidshalve geeft Nurmohamed wel aan dat op andere universiteiten de bijdrage van studenten ook steeds groter wordt, gezien de universiteiten ook minder dienstverleningsopdrachten krijgen.
In de Surinaamse situatie is de dienstverlening van de universiteit op een heel laag niveau. De subsidies naar de universiteit zijn daarom zo hoog. Nurmohamed stelde onlangs in het parlement voor dat de overheid, van al het geld dat uit het buitenland wordt geleend, tenminste 1% (US$ 5 miljoen) kanaliseert naar de universiteit. Hiermee zal er kunnen worden gewerkt aan de kwaliteit van de potentie van de Surinaamse studenten. Die zullen op hun beurt een oplossing dienen te vinden voor de crisis in Suriname. Aangezien de collegegelden worden ingevoerd, rijst nu de vraag wat er precies zal gebeuren met de kwaliteit van het onderwijs. Tegelijkertijd vragen studenten zich ook af welke voorzieningen de universiteit zal bieden met de invoering van collegegelden, na de huidige situatie waar men bijvoorbeeld vaak zelf op zoek moet gaan naar boeken en/of kopieën van boeken. “Het is een heel pakket dat men moet aanbieden. Dat gaat niet zo gemakkelijk. Het zal zeker de komende jaren niet direct te implementeren zijn”, aldus Nurmohamed.
Kavish Ganesh