Huurster vrijgesproken voor doodbranden huisgenoot

Chitrawatie M. is donderdag vrijgesproken voor de dood van haar huisgenoot Hendrik R. Het slachtoffer is tijdens een woningbrand op 1 maart 2015 doodgebrand. Het vermoeden bestond dat Chitrawatie degene was die het slachtoffer in zijn kamer had opgesloten en vervolgens de woning in brand had gestoken. Volgens kantonrechter Siegline Wijnhard was de hamvraag of de huissleutels van de verdachte na de brand op de plaatsdelict zouden zijn gevonden. Indien dat inderdaad zo zou zijn, zou dat volgens haar betekenen dat de verdachte zich inderdaad ten tijde van de brand op de plaats van het delict bevond. Doordat de plaats niet afgesloten en beveiligd was tijdens het technisch onderzoek is er echter een situatie ontstaan, waarbij derden op de plaats zouden zijn gegaan en de sleutels zouden hebben weggenomen of kwaadwillig daar hebben geplaatst. Vanwege deze twijfel besloot zij dus in het voordeel van de verdachte te beslissen.
Volgens de huiseigenaar J.V. was hij in de periode van 1 maart voor een week bij zijn ouders voor de jaardag van zijn vader. Op de nacht van de brand zou hij door zijn buurman op de hoogte zijn gebracht over de brand, waarna hij ter plekke ging. Ondertussen zou het verkoold lichaam van het slachtoffer zijn afgevoerd. J.V. zou later samen met een politieagent een bosje sleutels in de garage hebben aangetroffen. Volgens de getuige zou het hier om zijn sleutels gaan, die hij thuis had achtergelaten, wetende dat de verdachte wel thuis was en hij, J.V., zo geen sleutels nodig had om binnen te komen. Zowel hij en Chitrawatie beschikten over een bos sleutels. Volgens de huiseigenaar kan hieruit geconcludeerd worden dat de verdachte de kamerdeur van het slachtoffer op slot heeft kunnen doen, zodat die niet eruit kon. Ook vermoedt hij dat zij de woning in brand heeft gestoken. Beide huisgenoten hadden volgens J.V. al een tijdje ruzie.
FR

error: Kopiëren mag niet!