De Archeologische Dienst in samenwerking met de Faculteit Humaniora van de Anton de Kom Universiteit zetten zich met de Universiteit van Leiden in om het onderwater cultureel erfgoed van Suriname te beheren en te beschermen. Er wordt gewerkt aan de voorbereiding en uitvoering van een samenhangend onderwater cultureel erfgoedbeleid beheer. De eerste voorzichtige stapjes in die richting zijn gezet. In dit verband reisde onderwater archeoloog Martij Manders uit Nedeland naar Suriname. Tijdens een lezing die hij samen met de archeologie studenten Guno Phagu en Dharwiendre Rambharosa van de ADEK verzorgde werd het belang van nationaal en internationaal samenwerking benadrukt. Suriname doet er goed aan om vooral regionaal samen te werken. In Suriname zijn er heel wat instituten die baat hebben bij het project. Genoemd werden: De Kustwacht, De Maritieme Autoriteit, Het Ministerie van Defensie, Staatsolie, particuliere bedrijven, organisaties en verenigingen. etc. etc. De internationale samenwerking kan onder andere via de Unesco tot stand komen. Er moeten duidelijke doelen worden geformuleerd op korte, midden en langtermijn. Het opzetten van het geheel vraagt wel tijd.
Inzet van de mens
De geschiedkundige Maurits Hasankhan juicht het toe dat Suriname archeologie op land en onderwater wil bedrijven. Hij noemde het voornemen ambitieus. Suriname zit in een moeilijk financieel parket. Hoe dat de te doen indien het noodzakelijke apparatuur en de financiën ontbreken?
Volgens de onderwaterarcheoloog Martijn Manders moeten de negatieve aspecten waarmee de bescherming van cultureel erfgoed te maken heeft benoemd worden. Aan de andere kant is het goed om positieve kanten te benadrukken. De aanschaf van apparatuur, equipment, materiaal en materieel zijn niet zo zeer het probleem. Er zijn fondsen die daarvoor beschikbaar kunnen worden gesteld. Er is geld voor nodig, maar vooral de mens. De infrastructuur is een vereiste. Het kan simpel zijn. De informatie moet bijgehouden worden, geordend, en daar zijn mensen voor nodig. De andere zaken zij tools. Er moet een centrale autoriteit zijn waar alle data naar toegaat. Anders is apparatuur maar speelgoed.