“We begrijpen dat hij ziek is maar hij had toch wat tijd vrij kunnen maken om ons even te woord te staan”, zegt de voorzitter van De bond van Inspecteurs bij het Onderwijs (BIO), Diana Gaddum-Riedewald. De bondsleden zijn nu al 2 weken in actie om hun ontevredenheid te uiten over de gang van zaken waaronder ook het feit dat zij nu al maanden zonder werkruimte zitten. Zij wensen een gesprek te hebben met de minister van Onderwijs, wetenschap en Cultuur, Robert Peneux. Hij heeft echter tot nu toe geen enkele reactie gegeven op een schrijven van de inspecteurs aan hem gericht. De inspecteurs kregen van de directeur van Onderwijs, Natasja Bennanon, te horen dat de minister al sinds 26 mei en tot 6 juni met ziekte verlof is. Op twee van de actiedagen zagen de bondsleden de minister wel in het onderwijs gebouw, zij het informeel gekleed. Zij zijn van mening dat de minister op die dag tenminste een minuutje had kunnen vrijmaken om hen te spreken of aan te horen. De bond concludeert nu dat de minister de problemen van de onderwijsinspecteurs als niet belangrijk beschouwt. Dit blijkt ook mede uit het antwoord van de minister op een vraag tijdens het programma Bakana tori. Peneux gaf namelijk op de vraag of er problemen zijn op het ministerie aan dat er behalve dat van de stopzetting van het project van de driejarigen, er geen enkel probleem is op het ministerie. De onderwijsdirecteur had vorige week toegezegd dat zij er werk van zou maken om een ruimte in het Minowc gebouw vrij te maken zodat de inspecteurs van daar uit zouden kunnen werken. Volgens Gaddum is er tot op heden feitelijk nauwelijks werk hiervan gemaakt. “Het meubilair is geplaatst maar verder is er niets bijzonders gebeurd. We hebben niet eens computers om op te werken. We hebben nog steeds niets”. De bond vraagt al maanden om een onderhoud met de minister om onder andere ook te praten over hun positionering en hun pensioengrondslag, maar tot nu toe is zij hiervoor niet uitgenodigd. De bondsvoorzitter stelt dat de onderwijsinspecteurs in actie blijven en zich zullen beraden omtrent de eventuele verdere stappen die genomen zullen worden.