“De overheid krijgt goedkoop geleverde elektriciteit van de Suralco en verkoopt duur aan de NV Energie Bedrijven Suriname(EBS). Niet de overheid subsidieert de EBS, maar de EBS subsidieert de overheid”, stelt Edmund Neus na zelf een calculatie te hebben gemaakt van een realistische prijs voor energietarieven. Zijn stelling is gebaseerd op de prijs die de overheid onlangs heeft vastgesteld voor een kWh elektriciteit. De overheid stelt dat het tarief US$0.016 (SRD 0.96) zou zijn. Met zijn berekening echter stelt Neus dat deze stelling onjuist is. Neus komt heel ruim bekeken op een bedrag van SD 0.46 en dat is voor bijna de helft van de prijs. De vraag is nu: welke beleidsadviseur durft het aan om de calculatie van Neus te weerspreken?
Op basis van zijn berekening zal het kWh tarief US$ 0.071 zijn, inclusief alle kosten, verliezen en extra opbrengsten. Bij de huidige koers van 6.5 wordt dat SRD 0.46. Bij de berekening past Neus verschillende varianten toe om verschillende aspecten van de bedrijfsvoering van de EBS te belichten. Het lag in de bedoeling om te kijken, hoeveel het tarief varieert, als er met de aspecten binnen de bedrijfsvoering wordt gevarieerd. De bedoeling is dat de burger middels hetgeen Neus tracht te doen, wakker wordt geschud, en niet alles gelooft wat hem/haar wordt voorgehouden. “Men moet gewoon nadenken en kijken als dat wat gezegd wordt, wel kan”, stelt Neus.
Hij praat hierbij over de prijs van de conversie van olie naar kWh, de prijs van machines voor productie KWh, hydropower en prijs, de prijs van de gebouwen, de prijs van het transportnetwerk en de kosten van personeel met de koers van SRD 6 voor een US$ en de hoogst mogelijke uitgaven. “Eigenlijk zit er vrij weinig variatie in. Als je het goed bekijkt, maakt het variëren met deze zaken niet veel uit. Je kunt hooguit een paar centen verschillen”, stelt Neus.
De maximale verhoging of verlaging van de stookolieprijs, zoals de energie-overeenkomst tussen Suralco en Suriname (1999) voorschrijft, wordt gelimiteerd tot 15% van de basisprijs ad. US$13.28 per barrel. Uitgaande van deze clausule, is, hoewel de prijs van stookolie per barrel in 2014 een piek bereikte van bijkans US$80 per vat, in plaats van de US$13.28 per vat, het kostencomponent niet met meer dan 15% verhoogd. “Als je dat doorrekend, maakt het amper iets uit op het geheel. De stroom van het stuwmeer is dus het goedkoopte dat we hebben”, stelt Neus.
Uit Neus zijn berekening komt duidelijk naar voren dat de prijs per kilowattuur op $ 0.071 zit. “Indien we thans US$ 0.16 betalen, betalen we veels te veel en houdt de overheid per kWh 8 cent over. Met het totaal van 114 miljoen kWh per maand heeft de overheid zodoende een extraatje van US$ 9.15 miljoen. Per jaar wordt dat US$ 109 miljoen. In 4 jaar tijd is dat US$ 436 miljoen. Dat is praktisch dichtbij het bedrag dat wij zometeen aan het Internationaal Monetair Fonds zullen moeten betalen”, stelt Neus. Het verbaast Neus dus niet dat de overheid zo dik tevreden is met het tarief. Als men de verhogingen doorgedrukt krijgt, is de afbetaling theoretisch wel te doen. Echter rijst ook de vraag, waarom men het IMF nodig zou hebben indien het geld met de EBS al kan worden gemaakt.
Kavish Ganesh