De Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES), onder voorzitterschap van Stephen Fokke, voelt de hete adem van de Commissie voor het Werelderfgoed van de Unesco in de nek. In juni komt de commissie in vergadering bijeen om onder andere te bepalen welke landen hun werelderfgoed niet naar behoren beheren. Suriname heeft wat dat betreft geen goede reputatie. Er heerst een noodtoestand. Vanuit de Unesco kwamen er signalen dat de historische binnenstad van Paramaribo het risico liep de status van werelderfgoed kwijt te raken, vanwege het zorgwekkende beheer. Gedurende voorgaande vergaderingen is Suriname in gebreke gesteld en aangemaand om orde op zaken te stellen om niet het gevaar te lopen dat de historische binnenstad van Paramaribo de status van werelderfgoed kwijtraakt. Er zou gewerkt worden aan een managementplan voor de renovatie van de historische binnenstad, wat nooit is afgerond. Naast de bouwvallige panden zijn er ook monumentale gebouwen die goed ogen. Onderhouden van deze monumenten is nodig, zodat zij niet in verval raken.
Niet positief gesteld
“Het is erger geworden sedert de vorige keer toen de Unesco heeft gewezen op schromelijke tekortkoming bij het beheer van de historische binnenstad van Paramaribo. Ik ben niet positief gesteld over de komende jaarlijkse vergadering. Als de inspectiecommissie nu naar Suriname zou komen om zich op de hoogte te stellen van de stand van zaken, zou het er niet mooi uitzien voor ons. Suriname moet middels een herstelprogramma aantonen hoe het beheer en behoud is ingericht. Wij hebben het probleem voorgelegd aan het ministerie van Openbare Werken en kregen te horen dat er geen geld is”, aldus SGES-voorzitter Fokke.