Tijdens de openbare vergadering van De Nationale Assemblee (DNA) zijn gisteren wederom vragen gesteld met betrekking tot de USD 1.75 miljard lening, die de regering onlangs goedgekeurd heeft gehad van de Islamic Development Bank (IsDB). VHP-fractieleider Chan Santokhi vroeg wederom aan de regering wat precies de basis en bestemming is van deze miljardenlening. Santokhi hekelde het feit dat terwijl het parlement bezig is met de behandeling van het herziene handvest van de ‘Organization of Islamic Cooperation’ (OIC), de regering zelf bezig is met het aangaan van leningen met de organisaties, die onder de OIC vallen. Ook moet er volgens de politicus duidelijkheid komen met betrekking tot de Sharia-banking in Suriname. “Is de kwestie al geregeld in Suriname? Sluit dit aan op de Bankwet?”, vroeg Santokhi aan de regering. De minister van Buitenlandse Zaken, Niermala Badrising, benadrukte wederom dat haar collega van Financiën, Gillmore Hoefdraad, degene is die op deze vragen kon ingaan. Hoefdraad, die gisteren vanuit Jakarta is teruggekeerd, was echter niet op de vergadering aanwezig, waardoor de indringende vragen wederom niet konden worden beantwoord. Mahinder Jogi van de VHP hekelde echter dat deze zeer belangrijke vragen wederom door de bewindsvrouw zijn afgeschoven naar een minister, die wederom afwezig is. Volgens Jogi komt het vaker voor dat parlementariërs vragen stellen en de regering deze vragen naar bevinden beantwoordt. Volgens Jogi moet de parlementsvoorzitter ook erop toezien dat deze vragen worden beantwoord door de regering.
Drie verschillen bij Islamic Banking
Het verschil met islamitische bankieren ligt volgens Badrising in een drietal aspecten. Het verschil ligt in de opvattingen met betrekking tot de rente, transparantie en ethische fondsen. Wat de rente betreft, draait het volgens de bewindsvrouw bij islamitische bankieren om een dienst waar de bank een product voor de cliënt koopt en deze aan de cliënt uitleent. De cliënt moet dan het bedrag in termijnen betalen, maar dan wel renteloos. Speculeren bij islamitische bankieren is verboden en mag de bank niet investeren in producten die als onethisch gelden. Voorbeelden hiervan zijn middelen verkregen uit wapenhandel, verkoop van alcohol en gokken.
FR