De Centrale van Landsdienarenorganisaties (CLO) kwam onlangs, in verband met haar 45-jarig bestaan, bijeen in een bijzondere assemblee van de ledenraad. Dertig aanwezigen waren getuige van een sobere herdenking, zonder blije gezichten en manifesterende aanhang. De herdenking kende geen jubileumstemming. Achter de bestuurstafel hadden met voorzitter Ronald Hooghart 8 bestuursleden plaatsgenomen. ‘De vergadering kan beginnen, het is rechtsgeldig, want er zijn meer leden dan bestuursleden aanwezig’, werd er gegrapt in de zaal. De niet bezette zitplaatsen werden verwijderd, zodat de sprekers niet tegen lege stoelen hoefden te praten. ‘De vakbeweging heeft geen fut, zij mist inspiratie, motivatie en kracht om op te komen voor een beter bestaan. Het is een ambtenarenvakbondsschande, 40.000 landsdienaren en een handjevol aanwezigen.’ Waaraan zou dat liggen?
Bij de aankomst van minister Soewarto Moestadja op de bijeenkomst werd door een aanwezige de volgende opmerking gemaakt. ‘Een minister van Arbeid, die niet komt uit de vakbondsgelederen, hoe goed en aardig die ook mag zijn, druist in tegen de goede gewoonte, de traditie, dat het ministerie van Arbeid niet wordt geleid door een vertegenwoordiger van de vakbeweging. De CLO heeft het ministerie van Arbeid niet naar zich toe weten te trekken.’
Lange tenen en oud zeer
CLO-voorzitter Hooghart had in aanloop naar de jubileumvergadering verklaard, dat het een interne CLO-aangelegenheid is. Aan het begin van de bijeenkomst werd het varkentje meteen gewassen. Vakbondsleider Armand Zunder werd naar voren geroepen om namens Ravaksur een felicitatieboodschap uit te spreken. ‘Ravaksur heeft gisteren een uitnodiging ontvangen’, gaf hij desgevraagd in de wandelgangen van het CLO-hoofdkwartier door. Zunder besteeg het podium en kweet zich, ondanks de ongemakkelijkheid die heerst bij de vakbondsverhoudingen, keurig van zijn taak. In welgekozen woorden bemoedigde hij de jubilerende CLO.
Het wil niet boteren tussen de topvakbondsleiders. Er bestaat een wrange, openlijke vijandigheid tussen de leiding van de vakcentrales. Vanwaar al die animositeit? De ene is de mening toegedaan dat de vakbondsleiders lange tenen en oud zeer hebben, die steeds weer gaan schrijnen. Gezegd wordt dat het gekrakeel tussen vakbondsleiders vooral wordt veroorzaakt door pietluttigheden van persoonlijke en emotionele aard. Deze onprofessionele houding staat de vooruitgang van de werkende klasse in de weg. Het gif dat geloosd wordt, verziekt de samenleving. Het bekvechten leidt tot onbehoorlijk bestuur. Een gevolg van de persoonlijke tegenstelling is obstructie, die CLO voert binnen Ravaksur omdat de BvL actief wordt meegenomen naar de onderhandelingstafel van de regering. CLO weigert Ravaksur correspondentie gericht aan president Bouterse mede te ondertekenen, omdat de BvL ook ondertekenaar is. Het afleiden van Suriname is niet alleen te zien in de financieel-economische wantoestand. De onverantwoordelijke manier waarop leiders hun taak uitvoeren, valt ook op en wordt aangehaald als medeveroorzaker van de rampzalige mislukking van het bestuur van de Republiek Suriname.