Het feit dat de minister van Financiën en de governor van de Centrale Bank van Suriname middels een overeenkomst menens zijn om een stop te zetten aan de monetaire financiering van de Staat, overheidsinstanties en staatsbedrijven, geeft geen zekerheid dat dit inderdaad zal gebeuren. “Indien de monetaire autoriteiten inderdaad menens waren de monetaire financiering voorgoed te beëindigen, had men dan liever een spoedige wijziging van de Bankwet aangevraagd. Het gaat immers om de wijziging van slechts één artikel in de wet die binnen een week in orde kan worden gemaakt”, stelt assembleelid Asiskumar Gajadien, lid van de vaste parlementaire commissie Financiën, op vragen van Dagblad Suriname. Gajadien stelt dat met een overeenkomst de mogelijkheid altijd bestaat dat de twee monetaire autoriteiten op een blauwe maandag beslissen om de overeenkomst stop te zetten. Dit kan volgens hem simpel gebeuren met slechts de instemming van de raad van commissarissen bij de CBvS. “Door deze stap lijkt het erop dat men niet de intentie had te voorkomen, maar dat men gewoon de publieke opinie bezig is te beïnvloeden. Bovendien waren zij volgens het Internationaal Monetaire Fonds (IMF) verplicht een einde te maken aan de monetaire financiering”, aldus Gajadien.
10% regeling wel overschreden
Gajadien stelt ook dat de huidige Bankwet zelf al voorziet dat het niet mogelijk is monetair te financieren op een uitzondering van 10% voor voorschotten na. Deze 10% lening is echter omgezet in een langlopende lening bij de CBvS. “Wanneer de minister van Financiën aangeeft dat hij de Bankwet hanteert, is hij dan leugens aan het verkondigen om zijn handelen als toenmalige governor recht te spreken.” De politicus benadrukt dat wat wel fout in de Bankwet is gedaan, is dat er voor dit aspect geen strafbaarstelling is geregeld. Het ondertekende memorandum zal van kracht zijn totdat de Bankwet is gewijzigd, waarbij de mogelijkheid van monetaire financiering/kredietverlening aan de Staat wordt beëindigd. De aankoop van schatkistpapier of andere schuldinstrumenten, uitgegeven door de Staat op de secundaire markt, mag door de CBvS niet worden gebruikt om de beperking van de aankopen van de schuldbewijzen op de primaire markt te omzeilen.”
FR