Directeur Louis van Geenen van het directoraat Algemene Zaken van Binnenlandse Zaken is reeds15 jaar leidinggevende bij het directoraat en is inmiddels 75 jaar oud. Hij stelt dat dit werk erg enerverend is, maar dat zijn leeftijd hem nimmer heeft tegengehouden zijn werkzaamheden uit te voeren. Directeur Van Geenen begrijpt niet waarom dit als argument gebruikt wordt. Het personeel van het directoraat Algemene Zaken deed vorige week zijn beklag over de slechte communicatie, personeelstekort en uitblijven van bevorderingen. De directeur geeft te kennen niet blij te zijn ten aanzien van berichten als zou het directoraat een slow-down-actie voeren. Ook het feit dat men als pressiemiddel aangeeft dat ministers niet betaald zullen worden, vindt hij niet kunnen. “Men kan zulke pressiemiddelen niet gebruiken.” De directeur vindt dat het personeel, doordat zij te maken krijgt met de financiële administratie van het kabinet van de president en ziet wat de slarissen van het kabinet zijn, daardoor ontevreden zijn. “Ik kan dat soort dingen echter niet bepalen. Men kijkt teveel naar het kabinet van de president en de vicepresident.”
Wat de medewerkers niet aangeven, volgens Van Geenen, is dat zij hun werk ook niet naar behoren uitvoeren. “Er is een afdeling Agenda, die als je op zoek bent naar een stuk, je die niet kan vinden. Soms wordt de afdeling gesloten en is geen van de mensen aan het werk. Dat kan niet. Je hebt een bepaalde verantwoordelijkheid en je moet je verantwoordelijkheid kennen. Maar je zegt niet dat doordat je iets niet kan krijgen, je niet werkt. Dus men zet een soort druk. Men heeft namelijk aan de minister gezegd dat als zij niet krijgen wat zij willen, zij gaan staken. Ik zei aan de minister dat zij maar moeten staken.”
Klachten als zou het directoraat te maken hebben met een personeelstekort vindt de directeur dat het een kwestie is van inzicht, want niet een groot aantal mensen doet het werk goed, maar de mensen die zich goed inzetten. Het directoraat heeft een personeelsbestand van 25 mensen en moet de administratie voeren over een ambtenarenbestand van ongeveer 1370 mensen. De directeur vindt dat het ligt aan hoe je zaken bekijkt. “Er is een afdeling Agenda, afdeling Financiële Zaken en elke afdeling heeft zijn werkzaamheden om uit te voeren. Je moet je werkzaamheden gewoon doen.”
Het personeel geeft ook aan dat de directeur niet men hem communiceert. Er wordt nimmer vergaderd om over zaken te praten. De directeur stelt in dit kader dat het antwoord niet ligt in het aantal belegde vergaderingen. “Ik ga ervan uit dat de mensen weten wat hun taken zijn.” Er is dus geen communicatie van zodanige aard geweest met het personeel omtrent de aangehaalde zaken. Indien de directeur de functie moet neerleggen, is het volgens hem geen kwestie van daartoe bereid zijn, dan moet dat gewoon gebeuren. Zolang hij de ruimte daarvoor krijgt, is hij meer dan bereid de volgende persoon in te werken. Vandaag zullen de werknemers horen hoe zaken verder afgehandeld zullen worden. Eerder hebben zij aangegeven dat indien zij geen bevredigend antwoord van de minister zullen krijgen, zij de actie zullen voortzetten en hun grieven zullen richten aan de vicepresident.
