De vakbondsactie van de Bond van Leraren, die het voorgezet onderwijs voor senioren zo goed als lam heeft gelegd en de aangekondigde “mogelijke protestacties” van gedupeerde studenten gedurende de week, stonden zaterdag hoog op de agenda van het Nationaal Jeugdparlement. Voorzitter Priya Sital leidde een strakke vergadering. Er werd een levendig debat gevoerd, waaruit bleek dat het NJP begrip heeft voor alle partijen die betrokken zijn bij het knellend vraagstuk. Het belang van de leerkrachten werd niet ontkend. Het recht op onderwijs van de studenten werd niet betwist en de vergadering was ook niet blind voor de benarde situatie, waarin de regering zich heeft gemanoeuvreerd.
Een delegatie van het Jeugdparlement, onder leiding van voorzitter Sital, heeft vrijdag de BvL en de besturen van enkele studentenverenigingen gehoord. Uit verklaringen van de jeugdparlementariërs kon worden opgemaakt dat verwijten, alsof het college laat zou zijn met een reactie op het middelbaaronderwijs-dilemma en de teleurstelling van de studenten daarover, niet terecht zijn.
“Peneux is gewoon hoofdpijn”
“De dag waarop de BvL acties heeft aangekondigd, hebben wij een brief gestuurd naar beide partijen waarin opgeroepen wordt om in dialoog te treden en er voor te zorgen dat er een goed resultaat wordt neergelegd. Wij hebben geen antwoord ontvangen”, zei ondervoorzitter Conrad Acton. Minister Peneux zou telefonisch hebben doorgegeven alles onder controle te hebben en noemde het NJP voorbarig. “Wij hebben toen aan de minister gezegd dat wij niet kunnen wachten, want wij zijn het wachten op de regering al moe. Wij kunnen niet alleen aan de kant van de regering gaan staan, want minister Peneux is gewoon hoofdpijn.”
NJP moet in de voorhoede staan
Na de vakantie heeft het NJP weer contact opgenomen met het ministerie, dat zich enigszins distantieerde met het goedpraten. “Het ligt op het bord van de president. De regering heeft de zaak jarenlang steeds uitgesteld en nu de zaak op ‘bossen’ staat, komt men uitleggen over reserves en de precaire situatie. Toen er aan de bel werd getrokken, was de situatie echter niet precair. Nu wordt gezegd dat niet alle bonden moeten meedoen met de actie.” Acton is de mening toegedaan dat er begrip moet worden opgebracht voor de BvL. Hij gaf te kennen dat het Jeugdparlement, net als de studenten een akkoord wenst tussen de regering en de BvL en dat het onderwijs onverwijld hervat wordt. Volgens de spreker mag de regering God dankbaar zijn dat de bonden, aangesloten bij de Fols, zich niet solidair hebben verklaard met de BvL, “want dan had de regering een gigantisch probleem”.
Het NJP gaf aan dat het gedurende het weekeinde in beraad blijft en de ontwikkelingen op de voet volgt. Bij het bepalen van het definitief standpunt van het college zal het resultaat bereikt tijdens de onderhandelingen gedurende het weekeinde meegenomen worden. Acton: “Het NJP moet in de voorhoede staan van de strijd voor hervatting van het middelbaar onderwijs.” Niemand sprak hem tegen.
