Het onderwijsproject Enhancement of the Technical & Vocational Education and Training (TVET) is dinsdag van start gegaan. De regering van Suriname heeft van de Caribbean Development Bank (CDB) bijna US$ 22 miljoen ontvangen om het project in 4 jaar uit te voeren. Ruim 5.000 studenten zullen moeten profiteren van het project. “De roep in Suriname om de herstructurering van het onderwijssysteem wordt steeds belangrijker”, zegt onderwijsminister Robert Peneux. Reden waarom wij volgens hem nu gedwongen zijn om maatregelen te treffen, zodat het onderwijs kan inspelen op de veranderende economische sectoren. TVET is erop gericht het technische en beroepsonderwijs, alsook opleidingen in het secundair lager onderwijs, te versterken. Dit onderwijs zal hiermee beter afgestemd worden op de nationale onderwijsbehoefte afgeleid van de behoefte van het bedrijfsleven en op de regionaal gehanteerde TVET-strategie. Het 5 componenten tellend project omvat naast trainingen ook de bouw van 8 centra als hulp bij het ontwikkelen van de praktijkvaardigheden van de deelnemende studenten. De centra zullen vooral op buitenregio’s worden neergezet. Hierdoor zal ook het onderwijs in die gemeenschappen op een hoger niveau kunnen worden gebracht.
De IDB-vertegenwoordiger, vicepresident Patricia McKenzie van de bank, zegt dat het financieren van het project in het verlengde ligt van de Sustainable Development Goals, waar ook deze bank achter staat. Het betreft meer specifiek de SDG ter bevordering van gelijke onderwijskansen onder meer met het doel ontwikkeling te stimuleren en armoede te bestrijden. De IDB wil Suriname ondersteunen in zijn streven naar dit doel. E-TVET zal met name zorg dragen voor de reorganisatie van het TVET-systeem op secundair niveau, alsook voor een verbeterd aantal voortgezet onderwijsmogelijkheden voor afgestudeerden binnen het secundair niveau. Het project wordt in twee fases uitgevoerd. De eerste fase wordt door de Surinaamse overheid en de Caribbean Development Bank ($ 22 miljoen) gefinancierd. De tweede fase krijgt financiële hulp van de Islamic Development Bank ($16 miljoen).