Gregory Rusland van de NPS maakt zich op om op 22 mei voor een tweede termijn te worden gekozen. ‘Door te werken aan vernieuwing en verjonging van de partijleiding wordt getracht om uit het diepe dal te geraken waarin de partij verzeild is geraakt door het vernietigende optreden van de militairen.’ Met de politicus Arnold Kruisland zijn meerdere personen binnen de NPS de mening toegedaan dat de terugval van de partij vooral te wijten is aan Arron, Lachmon en al de politici die door de militairen in 1980 werden weggeschoten, maar na 1987 weer op het toneel verschenen. ‘Angst voor de wreedheid van Bouterse en zijn horde verbijsterde hun verstand en verlamde hun handelen, waardoor zij niet goed uit de verf konden komen. Het is bekend dat meerdere politici die gekweld werden door de militairen, blijvend geestelijk en lichamelijk letsel hebben overgehouden van de behandeling die zij ondergingen. De weggeschoten leiders hadden in 1987 er beter aan gedaan nieuwe leiders naar voren te schuiven. Het beklemmend gevoel dat de eens weggeschoten leiders overhielden van het militair bewind, heeft ervoor gezorgd dat hun leven, handelen en functioneren werden beheerst door angststoornissen en daardoor niet konden en/of durfden optreden tegen de militairen.’
Kruisland: ‘De angst die de meedogenloosheid van de militairen bij hun had achtergelaten, was een strop die hun optreden, werkwijze, denken en beslissingen beïnvloedde. Ik ben daarom de mening toegedaan dat de mensen die werden weggeschoten, niet moesten terugkeren in de leiding. Na 1987 oefende Bouterse de facto nog de macht uit, in feite heeft hij het nooit uit handen gegeven. De macht van Bouterse werd zonneklaar gedemonstreerd met de Telefooncoup: wij nemen weer over, want zaken gaan niet goed in het land’. ‘De uit angst bevende politici gaven zich zonder slag of stoot over. Shankar was toen president en Arron vicepresident, ik was voorzitter van de Defensiecommissie van De Nationale Assemblee. Ik werd door voorzitter Lachmon van De Nationale Assemblee gebeld en op de hoogte gesteld. Wij vergaderden en het advies van Lachmon was: ‘Ontstem Bouterse niet, laat hem zijn gang gaan, denk aan je veiligheid en aan dat van jullie vrouw en kinderen’. Arron vergaderde in NPS-verband om de ontstane crisis te bespreken. Hij achtte het beter om geen risico’s te nemen en af te treden. Zie daar het bewijs dat de Frontleiders door angst gedreven geen verzet boden tegen de boze Bouterse.’
Volgens Kruisland ontstond rond het aftreden van Bouterse als bevelhebber van het leger weer rep en roer in het land. ‘De militairen eisten onomwonden in een brief het aftreden van de Regering Venetiaan. Lachmon had al gecapituleerd. Venetiaan toonde zich niet inschikkelijk, hij had een duidelijk standpunt, de militairen moeten terug naar het kamp. Door het been stijf te houden, viel deze zoveelste couppoging van Bouterse in duigen. Hij diende zijn ontslag als bevelhebber in.’ Kruisland: ‘Ik durf er een eed op te doen dat als het duo Lachmon en Arron aan het roer was, het de regeermacht weer aan de militairen had overgedragen. Zij deden wat Bouterse wilde, omdat ze vreesden voor hun leven en dat van anderen als zij Bouterse tegen de haren in zouden strijken. De nieuwe, jonge leiding die onder Rusland werkt aan het herstel van de NPS is niet of minder behept met de nare gevolgen van de Bouterse-dictatuur.’ Kruisland is er daarom van overtuigd dat de NPS onder leiding van Rusland een nieuw leven is ingegaan.