‘Tide wang lijk o kong dja. Mi go kiri yu en poti yu in wang freezer.’ Dit zou de 46-jarige verdachte, Hemdath D., op 22 december 2015 aan zijn moeder hebben gezegd, toen deze hem vroeg wat hij in haar woning deed en wat hij precies in haar vriezer was gaan zoeken. Volgens de moeder zou haar zoon al jaren een last voor haar en haar overige kinderen vormen, waardoor ze zelfs op den duur een beschermingsbevel tegen Hemdath heeft moeten aanvragen. Volgens D.H., een jongere broer van de verdachte, was hij degene die het beschermingsbevel eerder aanvroeg, omdat zijn broer hem, zijn moeder en zijn gezin vaker met de dood bedreigde. Opmerkelijk volgens hem is wel dat de verdachte nog steeds binnen een straal van 300 meters van de woning van hem en zijn moeder woont. Dit, terwijl het beschermingsbevel dat verbiedt. Ook de rechter vond dit een vreemde zaak. ‘Dat betekent dat de verdachte elke dag, wanneer hij voor zijn inrit staat, het beschermingsbevel overtreedt’, stelde de magistraat op de strafzitting. De verdachte zelf ontkent zijn moeder met de dood te hebben bedreigd. Volgens hem heeft hij gewoon een woordenwisseling met de moeder gehad. Hemdath, die eerder vaker is ingesloten voor soortgelijke strafbare feiten, gaf aan dat hij in 2009, toen hij voor het laatst een celstraf had uitgezeten, geen woonplek had. Hij besloot zijn moeder toen telefonisch te contacten en haar toestemming te vragen om alsnog op hetzelfde adres te gaan wonen. Zij stemde
daarmee in. Hij gaat ervan uit dat hij precies als de moeder en zijn overige broers recht heeft om op het perceel te wonen. Deze zaak wordt op 19 april verder behandeld.
FR