Kwaliteit DNA zal invloed hebben op herstel

Het jaar 2016 wordt voor de regering een jaar waarin ze heel voorzichtig te werk moet gaan en afbraakrisico op tijd in de gaten moet houden. Daarbij speelt een kritische houding vanuit de civil society (inclusief de media) en de DNA een cruciale rol. Om kritiek vanuit de coalitie te geven, is al een politiek riskante zaak in Suriname. Men wordt voor het leveren van kritiek op de ‘eigen’ regering al gauw met de nek aangekeken en men wordt ook verguisd in het publieke domein. Voor ervaren en geschoolde DNA-leden is het in elk gevalgemakkelijker om gebalanceerd kritisch te zijn op de eigen regering zonder negatieve politieke bijwerkingen. Het wordt een stuk moeilijker wanneer de intellectuele bagage ontbreekt en men in de politiek de nodige scholing niet heeft doorgemaakt (theorie en praktijk). Nu merken we dat in de NDP-fractie een aantal nieuwe DNA-leden zijn gekozen en dat een groot deel bijvoorbeeld een academische of hbo-opleiding niet heeft afgerond. Van de 26 NDP-DNA-leden heeft 10 (39%) een afgeronde opleiding en 16 (61%) niet. Van deze coalitie zijn ook 61% van de leden nieuw en 39% heeft al DNA-ervaring. De meeste leden zijn daarbij nog jong, sommigen niet eens 30 jaar. Bij de VHP heeft 7 van de 9 DNA-leden een afgeronde academische of hbo-opleiding, waarvan een zelfs een gepromoveerde wetenschapper is. Van de 9 zijn 5 nieuwe DNA-leden. Het percentage lager geschoolde en onervaren DNA-leden binnen de NDP zal hoger worden wanneer Rabin Parmessar verhuist naar de EBS. Behalve kritisch de regering begeleiden en op koers houden, wordt het algemeen wetgevend werk ook behoorlijk moeilijk met de lage opleiding en gebrek aan ervaring. In het ambtelijke of in het bedrijfsleven heeft een groot deel van de DNA-leden ook niet zijn sporen verdiend. Dan hebben we het niet over het zijn van beleidsadviseur, maar het daadwerkelijk verrichten van intellectueel en beleidsformulerende activiteiten. Deze leden gaan wetsvoorstellen van de regering aanprijzen en uiteindelijk zullen zijn de doorslag geven bij het aannemen van wetten in Suriname. Deze wetten kunnen van uiteenlopende aard zijn, zelfs financieel-monetair. Dan denken we bijvoorbeeld aan wetgeving met betrekking tot het aanpassen van het leningenplafond. Over het hele spectrum van het regeerbeleid zijn wettelijke maatregelen nodig. Deze zullen eerst in commissieverband moeten worden bestudeerd en daarna worden besproken met de bedoeling ze via de stemming aan te nemen. Met een zwakke DNA kan er een impact zijn op de kwaliteit van de wetten die worden aangenomen, met als gevolg een impact op de naleefbaarheid van deze wetten. In DNA moet een stuk ‘engineering’ plaatsvinden van onze economie en ons staatsbestel, inclusief de zorgstaat in de vorm zoals wij dat verantwoord in stand kunnen houden. Deze heroriëntatie en het wederom op een duurzame leest schoeien van onze samenleving voltrekt zich bij uitstek in DNA en de kwaliteit van de DNA-leden bepaalt of deze exercities daadwerkelijk in DNA zullen kunnen plaatsvinden. Van de totale DNA heeft 47% een afgeronde academische of hbo-opleiding en 53% niet. Voor het enorme denkwerk dat in DNA moet plaatsvinden, zijn de percentages niet adequaat. Verder is meer dan de helft van de assembleeleden nieuw. Sommigen hebben weinig stemmen gehaald om verkozen te worden in DNA. Wat opvalt is dat de DNA-leden voor een aanzienlijk deel uit jonge personen bestaat. Verjonging op zich is een schone zaak, maar dat wordt wel bezwaarlijk wanneer men zich bijvoorbeeld in de politiek niet grondig heeft geschoold en men op sociaalmaatschappelijke vlak niet heeft geprofileerd. Ook wordt het bezwaarlijk, vooral voor de problematiek van Suriname, als men zich niet verdiept heeft op een wetenschappelijk niveau in de deelproblemen van Suriname. Die verdieping kan alleen plaatsvinden door daadwerkelijke onderzoeksactiviteit of vanwege het werk of vanwege een onderzoeksinstituut. De meeste jonge mensen die we zien, hebben zich kort geprofileerd op een politiek podium. Dit is niet een plek bij uitstek om de rijping te ondergaan voor het werk in DNA. De meesten hebben geen succesvolle track record en kunnen ook niet aangemerkt worden als jonge deskundigen op een bepaald vlak. Was dat het geval dan hadden ze voor hun partij een bepaalde portefeuille kunnen coveren. Opvallend is ook dat velen via doorschuiving in DNA zijn beland, dus er niet zijn omdat de kiezers dat hebben gewild. Het kiezen voor minder geschoolde burgers en het negeren van het kader dat wel aanwezig is in de samenleving, heeft te maken met de strategie van de partijen. De president heeft de DNA zelf eens een poppenkast genoemd. Door deze wijze van kandidaat stellen is inderdaad nu een zwakke DNA in functie. De omstandigheden, met name de doorschuivingen, zullen maken dat de president verzekerd is van een zekere loyaliteit uit dankbaarheid. Critici beweren dat de doorschuivers zijn uitgezocht op hun maatschappelijke ontwikkeling, die ze nog niet hebben doorgemaakt. Tegen deze achtergrond wordt door critici geplaatst het ‘wegpromoveren’ van het lid Parmesar uit DNA.

error: Kopiëren mag niet!