Een opmerkelijk incident heeft zich op 15 december voorgedaan op een politiekantoor van de afdeling Rijbewijzen van politie. Een dame – waarschijnlijk een moslim – komt met een hijab/hoofddoek om een examen af te leggen. Een politieman vindt het nodig om de mevrouw heel agressief te bejegenen. De politieman herkent het hoofddeksel van de mevrouw als een hoofddoek en droeg haar op om het weg te halen. Dat is een heel ongebruikelijke en beledigende opdracht aan een persoon die uit een religieuze overtuiging een hoofddoek draagt. In onze grondwet is het recht van vrije beoefening van de religie verankerd en deze vrijheid wordt heel vaak door exponenten van de regering herhaald. Mondiaal is het bekend dat vanuit een religieuze opvatting een aantal moslimvrouwen ervoor kiest om in het openbaar het hoofd te bedekken. In westerse landen en zelfs sommige landen met een moslimbevolking is er een min of meer afwijzende houding tegen het dragen van een hoofddeksel. Aan de ene kant is dat een duidelijk statement dat men in de betreffende landen waakt voor het islamiseren van de samenleving, maar soms is het een manier om de uitspattingen van het radicale Islam af te wijzen. Een hijab is een hoofddoek, waarbij het haar en eventueel de oren worden afgedekt. Het gezicht blijft compleet open. In Suriname is het bekend dat dit hoofddoek/kledingstuk consequent wordt gedragen door een deel van de moslimvrouwen. Van overheidswege is er geen officieel standpunt dat enigszins zou nuanceren de bepaling van de grondwet met betrekking tot de uitoefening van de religie. Ook is er geen policy die dit grondrecht zouden beperken. Bij het centraal bureau voor burgerzaken mogen deze burgers met het kledingstuk een ID-kaart maken. Er is wel een soort ongeschreven regel dat men uit respect voor de politie alles wat men op het hoofd heeft afzet. Maar een politieagent hoort wel te beseffen dat er een verschil is tussen een luxe pet of hoed die mannen en vrouwen op hun hoofd zetten en een hijab. Dat laatste betreft het uitvoeren van een religieuze plicht. Er is een tendens in de wereld en wellicht ook in Suriname, waarbij bepaalde burgers op een zekere wijze kijken naar moslims. In het westen is er zelfs sprake van islamofobie. Er zijn hier en daar op werkplekken zelfs overeenkomsten in werking, waarbij het aan personeel opgedragen wordt om religieuze uitingen achterwege te laten als men aan het werk verschijnt. De vraag rijst of het dragen van een hijab tijdens het afleggen van een theorierijexamen veiligheidsrisico’s met zich meebrengt of afbreuk zou doen aan het afleggen van dat examen. De politie moet met dit laatste voorval wel in de publiciteit komen en aangeven wat haar houding zal zijn met betrekking tot hoofddoeken van religieuze aard en bepaalde kledingsoorten wat ons betreft ook, zoals de burka’s. Afhangende van de positie van de politie kunnen de moslimgemeenten en wellicht ook de Interreligieuze Raad in Suriname ook aangeven wat zij vinden van het beleid van de politie. Als we even ervan uit zouden gaan dat het tegen de regel zou zijn om met een hijab een rijexamen af te leggen, is het dan een mannelijke politieagent toegestaan om dat hoofddeksel van het hoofd van een vrouwelijk persoon af te halen? In dit geval kan gesproken worden van een seksueel molest van de politie. De politie heeft aan de krant geen bruikbare informatie kunnen verschaffen. Eerste zegt een functionaris dat ze het gedrag van de betreffende politieambtenaar die hardhandig de hijab wilde afhalen van het hoofd van de vrouw, niet goed heeft gehandeld. Daarnaast zegt ze dat de regels zijn veranderd, maar ze kan niet aangeven of de nieuwe regel betrekking heeft op religieuze kledingstukken. De politiefunctionaris zegt dat ze niet denkt dat mensen moeite zullen hebben om zonder een hoofddeksel een examen af te leggen. Dat is een veronderstelling die te gemakkelijk wordt omarmd. Een aantal burgers zal moeite hebben om een hoofddeksel in het openbaar af te zetten, omdat het te maken heeft met de religie. We denken aan moslims, maar ook shiks en rastafarians. Het is dus duidelijk dat de politie op het betreffende moment aan de krant geen duidelijkheid heeft kunnen verschaffen omtrent de regels en uitgaat van haar eigen belevingswereld. Er is een verhaal verteld over het maken van een foto in een kamer, maar daar draait het helemaal niet om. Mag men in het openbare leven op overheidskantoren en bij de politie geen religieus hoofddoek dragen? Dat is de vraag die de politie duidelijk moet beantwoorden. Als dat het geval is, dan leeft deze regel op gespannen voet met een belangrijk grondrecht in het multiculturele en multireligieuze Suriname.