Vandaag is het alweer 33 jaar geleden dat door het militaire regiem 15 personen in Suriname werden opgehaald en neergeschoten. Het gaat om briljante personen die uitmuntende kwaliteiten hadden op hun vlak. Dat neerknallen gebeurde op een wijze waarop het leek alsof wij een overvloed hadden aan intellectuelen en andere personen met uitmuntende kwaliteiten. Met de Decembermoorden is een slag gepleegd op een deel van het Surinaamse kader. Vandaag de dag zitten we met een kadergebrek en met mensen die wel naar school zijn gegaan, maar bang zijn om uit te munten. Er is een angst en vrees in de samenleving, Surinamers zijn bang om zich in het openbaar uit te spreken bijvoorbeeld tegen de regering. Dat komt omdat een deel van de Surinaamse burgerij, vanwege de onzichtbare hand, goddelijke eigenschappen toebedeelt aan wereldse leiders. Er zijn leiders in Suriname die persoonlijk en actief door God op de troon zijn gezet, zoals de farao dat voor zichzelf geloofde. Andere leiders zijn niet door God op de troon gezet en dat is het verschil. De angst die er leeft in de volwassen rijpe Surinamer heeft te maken met de 8 Decembermoorden. De beelden van gewonde militairen op een brancard bijvoorbeeld zijn onuitwisbaar en voor altijd gegrift in het geheugen van de Surinamer, die deze beelden op tv heeft gezien. In principe heeft met de beelden een stuk kindermishandeling plaatsgevonden. Kinderen kunnen vrees en angst heel goed ervaren, omdat ze zelf angsten kennen waarvan ze de oorsprong niet kunnen bevatten. De beelden van een gewonde militair die later bleek te zijn vermoord, hadden niet zonder een ‘disclaimer’/een leeftijdswaarschuwing moeten zijn vertoond op de STVS. De 8 Decembermoorden zullen traditioneel weer worden herdacht op enkele plekken in Suriname en Nederland. Eerder schreven wij dat ononderzochte moorden zich doorgaans wreken op de samenleving, die collectief verantwoordelijk is voor herstel van inbreuken op de openbare rechtsorde. Er zijn critici die erin geloven dat het onmogelijk is om Suriname tot een welvarend land te maken, zolang de pijn die collectief in het onderbewustzijn ligt, niet wordt verzacht. De Surinaamse samenleving leeft nog steeds met schuldgevoelens en is niet met zichzelf in het reine gekomen. Er is ook sprake van schaamte en een minderwaardigheidscomplex. In de afgelopen maanden na de herdenking is het een en ander gebeurd. Een broer – een intellectueel en schrijver – van een vermoorde jurist wil zijn talent gebruiken om tot rust te komen. Hij zoekt de confrontatie op met de persoon die in het rechtsproces aangeduid wordt als de hoofddader. De pogingen van deze broer wijzen erop dat hij geen rust kent en mogelijk is de onrust in hem gegroeid. Hij heeft gesproken en zijn interview met een der verdachten wordt volgens zijn aankondiging vanaf vandaag bij de staatstelevisie uitgezonden. Nabestaanden zoeken in officiële processen, die opgestart en afgerond worden in naam van de gemeenschap, sympathie maar ook wraak als genoegdoening. In het strafrecht geldt wraak als een legitiem middel om rechtsbevrediging te krijgen, die wraakmonopolie berust weliswaar bij de Staat. Door de broer zijn expliciete vragen gesteld, waarbij degene die antwoord geeft de inhoud daarvan kan bepalen. Die keuze van de inhoud kan pijnlijk zijn voor degene die de vraag beantwoordt, het kan een bestraffing zijn. Al met al lijkt het ons dat degenen die actief zijn met de 8 Decembermoorden aan de ene kant het snelst verzachting zullen kunnen vinden en tegelijkertijd wellicht ook het meest eronder lijden. 8 december is voor velen in en buiten Suriname een pijnlijke dag die men moeizaam ondergaat. Iedereen die zijn hart wil luchten over deze dag en voornamelijk de kinderen en volwassenen die beelden hebben gezien en gesprekken hebben gehoord, moet de gelegenheid krijgen om centraal hun gevoelens te uiten daarover. Men moet zeggen wat men heeft gezien, wat men daarbij heeft gevoeld, wat men nog steeds voelt en of die persoon behoefte heeft aan hulp. Ook moet op een rij worden gezet waarom uitgerekend deze 15 personen werden vermoord. Een van de militairen behorende bij de groep van 16 heeft recent heel openhartig zijn gevoelens geuit. Door de coalitie is in 2012 de Amnestiewet aangepast en werd het verloop van het 8 Decemberstrafproces gestagneerd. Nu is in het proces besloten dat de vervolging weer mag voortgaan. In de afgelopen jaren is door een groep militairen steeds openlijker gezegd dat de moorden noodzakelijk waren. De gemeenschap kan daarover zelf een oordeel vellen. De advocaten John Baboeram (31), Kenneth Goncalves (42), Eddy Hoost (48) en Harold Riedewald (49), de psycholoog Gerard Leckie (39), de docent wis- en natuurkunde Sugrim Oemrawsing (42), de journalisten Bram Behr (31), Frank Wijngaarde (43), Jozef Slagveer (42), Lesley Rahman (28) en Andre Kamerveen (58, o.a. ook radio-eigenaar, Fifa-ondervoorzitter), de militairen Surendre Rambocus (29) en Jiwansingh Sheombar (25), de vakbondsman Cyril Daal (46) en de ondernemer Robby Sohansingh (37). 11 personen waren jonger dan 45 jaar.