Gedachten bij herdenking 40 jaar Srefidensie (deel 2)

In het jaar 2000 ontving ik van het vooraanstaande Nederlandse dagblad NRC de vererende uitnodiging om samen met de heren Henck Arron en Jaggernath Lachmon mijn visie te geven over 25 jaar Surinaamse onafhankelijkheid. De heer Arron liet het afweten voorgevende de pen niet machtig te zijn. De heer Lachmon schreef een artikel over de heilzame werking van zijn verbroederingspolitiek. Vandaag deel 2 uit mijn verhaal.
Napoleon Bonaparte
Na de machtsgreep van Napoleon Bonaparte, kwam een beetje rust in de maatschappelijke verhoudingen in Frankrijk. Het guillotineren van mensen enkel en alleen omdat ze tot een bepaalde groep behoorden kwam tot staan. Maar…Napoleon benoemde zichzelf tot keizer, regelde zijn vrienden en familieleden tot koning in verschillende landen (Spanje, Italië, Nederland), of tot generaal (o.a. zijn zwager de Clerck) of in hoge functies ongeacht hun ontwikkeling. Ook hier gaat de vergelijking met de gang van zaken in Suriname op. Ook in ons land werden personen die nooit de binnenkant van een militaire academie hadden gezien gebombardeerd tot kapitein of hoger en geplaatst boven intellectuelen. Maar in Frankrijk kwam na de val van Napoleon alles weer op zijn pootjes terecht. En hier zien wij het eerste verschil tussen onze revolutie en de Franse revolutie.
Napoleon was een intellectueel en bovendien was hij zelf van de adel. Zijn vader Carlo Buonaparte, was advocaat geweest en de vertegenwoordiger van Corsica aan het hof van Lodewijk XVI in 1777. Afgestudeerd aan de militaire academie van Parijs was Napoleon Bonaparte niet alleen een bekwaam man maar ook een verstandig man die besefte dat een land zonder intellectuelen en adel afzakt naar de barbaarsheid. Hij hechtte grote betekenis aan de wetenschap. Zoals een encyclopedie over hem schreef: Napoleon granted constitutions, introduced law codes, abolished feudalism, created efficient governments and fostered education, science, literature and the arts. Men behoeft slechts te denken aan de codificatie van het recht en de introductie van moderne wetboeken in heel Europa, de invoering van de burgerlijke stand en het bevolkingsregister in veel landen, de studie van oude culturen zoals de Egyptische etc.etc.. Dat was zijn bijdrage aan de mensheid en als zodanig verwierf hij blijvende erkenning. Hierdoor werd de totale erosie van maatschappelijke verhoudingen, die was ingezet met de onthoofding van vooraanstaanden, tot staan gebracht. Toen hij van het toneel verdween kon dus met gemak het ancien regime worden hersteld in Europa. Overal kwamen met algemene instemming koninkrijken tot stand uitgaande van de redenering dat een land zonder een hereditaire elite die de toon zet ten aanzien van economie, etiquette en beschaafde omgangsvormen toch maar een achterlijk land is en blijft. De nieuwe koningen o.a. Koning Willem I van Nederland en Koning Leopold von Saksen Coburg der Belgen ontpopten zich ook nog als bekwame ondernemers en bestuurders. Hier houdt de vergelijking met Suriname helemaal op.
Haïti
De overeenkomst van de Franse met de Haitiaanse revolutie, althans wat de beginperiode betreft is opvallend. Ook daar ontstond een schrikbewind ‘de dag der lange messen’ geheten waarbij vooral de mulatten over de kling werden gejaagd, en de Franse elite hals over kop uit het land vluchtte. De revolutie belandde in rustiger vaarwater met de komst van Toussaint Louverture. De Zwarte Napoleon. Een rasechte intellectueel. Van adel ook nog. Zijn vader was een prins uit Afrika die slaaf was geworden van een Franse baron die ervoor had gezorgd dat de jonge Toussaint een puike opvoeding en scholing kreeg. Louverture haalde de intellectuelen o.a. de later bekend geworden mulat Alexandre Petion en de Franse grootgrondbezitters die het land waren ontvlucht terug, heel goed beseffend dat een land zonder elite niet vooruit kan gaan en langzaam begon Haïti weer uit het economische en maatschappelijke dal te kruipen en weer het rijkste land van het westelijk halfrond te worden. Hij zag zichzelf meer als een soort gouverneur generaal voor Frankrijk dan als een president en bleek uit hetzelfde hout te zijn gesneden als Napoleon. Hij verwierf de troetel naam van zwarte Napoleon. Dit was echter niet naar de zin van de ‘geregelden’ die dank zij de revolutie geweldige posities hadden verworven. Bijvoorbeeld een man als Henry Christophe die korporaal was geweest in het Franse leger en het tot generaal had weten te brengen in het leger van Toussaint Louverture. Wat erger was, het land wekte de hebzucht op van Napoleon, de witte wel te verstaan, die constant op zwart zaad zat wegens zijn vele oorlogen en zijn geldverslindende hofhoudingen en het geld van de voormalige kolonie best kon gebruiken. Hij stuurde zijn zwager De Clerck met een grote troepenmacht van dertig duizend man erop uit om Haïti weer in het gareel te krijgen. Die was echter geen partij voor Toussaint. Toen grepen de Fransozen naar een middel dat sinds mensenheugenis wordt toegepast. Ze haalden de ontevredenen in het kamp van Toussaint Louverture (Jean Jacques Dessalines, Henri Christophe en Alexandre Petion over om in verzet te komen tegen de vader des vaderlands. Die leverden hem prompt uit aan Napoleon. Toussaint Louverture zou, 60 jaar oud, sterven in een Franse gevangenis. Napoleon, (de witte wel te verstaan) zou in 1821 slechts 52 jaar oud ook in de gevangenis aan zijn eind komen.
Tijdens de Franse revolutie werd zoals gezegd, korte metten gemaakt met de elite. Het kwam gelukkig weer goed. De Fransozen genazen van hun kinderziekten. Tijdens de Haïtiaanse revolutie werd ook korte metten gemaakt met de elite. Hier werd het echter niet meer goed.
Tijdens de Surinaamse revolutie werd ook korte metten gemaakt met de elite. De Surinaamse revolutie vertoont meer overeenkomst met de Haïtiaanse dan met de Franse revolutie. Het gemak waarmede in Suriname hoogstaanden ongestraft werden vernederd, van hun voetstuk werden gestoten, mishandeld of doodgeschoten schijnt onze zeden blijvend te hebben misvormd. Maatschappelijk respect bestaat nauwelijks meer. Voorbeelden zijn er te over. Een parlementariër die de vice president des lands zegt om op te pleuren (op te donderen, op te krassen) uit het parlement. Vuistgevechten die worden geleverd tussen de hoogsten in den lande ten overstaan van het publiek. Een parlementariër die de president des lands (Venetiaan) uitmaakt voor stamhoofd zijnde een onbelangrijk individu. Vandaar dat een kind van zeven jaar via de t.v. bloedserieus kon verklaren “Vene no boeng”. Een partijleider (Bouterse) die op het podium openlijk verklaart dat de rechterlijke macht omkoopbaar is en weigert gevolg te geven aan rechterlijke opdrachten. Een t.v. programma waarin jonge mensen die nauwelijks droog zijn achter de oren te kennen geven hoe het land bestuurd moet worden. Uitdrukkingen als a porie te a dong en ‘pseudo wetenschapper’ voor hoogleraren, aangevende dat intellectuelen niet serieus moeten worden genomen omdat ze arrogante domoren zijn..
We vinden het normaal dat mensen van aanzien in eigen land zonder respect worden behandeld. We zijn veel zaken normaal gaan vinden. Bijvoorbeeld dat mensen die nauwelijks de lagere school doorlopen hebben hun mening geven over allerlei ingewikkelde zaken. Dat wij leven van hand-outs uit het buitenland ondanks het feit dat wij het zeventiende rijkste land ter wereld zijn. Dat wij moeten vechten voor een stukje grond in een land dat vijf keer zo groot is als Nederland. Onze rolmodellen zijn geworden mensen die elke vorm van gezag aan hun laars lappen. Iemand die ons vertelt dat wij verkeerd bezig zijn wordt maatschappelijk gelyncht en voor slechte patriot uitgemaakt
Ik gaf de volgende verklaring voor de gang van zaken in ons land. In tegenstelling tot overig Latijns Amerika zei ik. werd Suriname niet bevolkt met vooraanstaande elementen uit de drie continenten. Mensen van standing kwamen niet naar Suriname. Er waren weinig mensen met breeding voorhanden om het bestuur over te nemen toen de onafhankelijkheid eraan kwam. De ontluikende elite werd uitgeroeid, op de vlucht gedreven en van haar prestige ontdaan. We zijn nog eens vijftien jaren verder en moeten constateren dat het van kwaad tot erger wordt. Is er een uitweg uit het moeras waarin wij steeds dieper dreigen weg te zakken?
mr. dr. W. R. W. Donner (emeritus professor economie)

error: Kopiëren mag niet!