Bouterse mag wederom worden vervolgd in 8 decemberkwestie

Suriname's President Desire Delano Bouterse attends a wreath-laying ceremony at the Jose Marti monument in Havana May 25, 2011. REUTERS/Enrique De La Osa  (CUBA - Tags: POLITICS)
Suriname’s President Desire Delano Bouterse attends a wreath-laying ceremony at the Jose Marti monument in Havana May 25, 2011. REUTERS/Enrique De La Osa (CUBA – Tags: POLITICS)
Desi Bouterse, de huidige president van Suriname, mag wederom door het Openbaar Ministerie worden vervolgd in het 8 decemberstrafproces. Dit besliste het Hof van Justitie naar aanleiding van een klacht die de procesgerechtigden via procesgemachtigde Hugo Essed eerder dit jaar bij het Hof indienden. Deze kwestie is schriftelijk afgehandeld. De klagers behoren allen tot de oorspronkelijke klagers, die in 2000 reeds op grond van artikel 4 van het Wetboek van Strafvordering een klacht hebben ingediend in verband met het uitblijven van vervolging de verdachten. Op 31 oktober 2000 heeft het Hof van Justitie de procureur-generaal bevolen ‘tegen de persoon van Bouterse en tegen diegenen die verder daarvoor in aanmerking komen, een strafvervolging’ in te stellen. Door de aanname van de omstreden Amnestiewet in april 2012 besloot auditeur-militair Roy Elgin maar af te zien van zijn requisitoir, totdat het nog in te stellen Constitutioneel Hof een oordeel hierover zou hebben geveld. Middels een verzoek op grond van artikel 4 van het Wetboek van Strafrecht hebben de nabestaanden zich met een beklagschrift tot het Hof van Justitie gericht, met het verzoek aan de procureur-generaal ‘specifieke instructies’ te geven, die ertoe moeten leiden dat de vervolging tegen alle 8 decemberverdachten zo spoedig mogelijk wordt hervat.
De nabestaanden, met inbegrip van procesgerechtigde advocaat Hugo Essed, hadden sterk het vermoeden dat auditeur militair Roy Elgin door politieke invloeden gehinderd wordt om zijn taken als vervolgingsambtenaar te vervullen. De handelingen van de vervolgingsambtenaar zouden veel schade bij de nabestaanden hebben veroorzaakt. Volgens Essed had de aanname van de Amnestiewet te maken met politiek en moest de vervolgingsambtenaar gewoon de vervolging verder instellen tegen de hoofdverdachte Desi Bouterse. Essed benadrukte dat de auditeur militair vanaf de start van het 8 decemberstrafproces in 2000 verschillende blunders heeft gemaakt, waardoor de rechtszaak tegen de 25 verdachten geen voortgang heeft gehad. Zo heeft de auditeur-militair op de strafzitting van13 april 2012 ten onrechte geconcludeerd dat in het AVRM-verdrag er geen enkele regel voorkomt dat aangeeft dat de Amnestiewet daarmee in strijd zou zijn. Dit, terwijl het HvJ in het vonnis van verdachte Edgar Ritfeld uitdrukkelijk gesteld heeft dat artikel 8 AVRM rechtstreekse werking heeft in Suriname. Het Hof heeft volgens hem daarbij uitdrukkelijk gesteld dat de toepassing van die bepaling niet alleen ziet op de bescherming van de belangen van een verdachte, maar dat de noodzaak voor de snelle afhandeling van strafzaken, oftewel de toepassing van onder meer artikel 8 AVRM, mede ziet op de gerechtvaardigde belangen van het (de) eventuele slachtoffer(s) van het feit. Ook zou de vervolging nagelaten hebben om een strafvoorstel bij de verdere behandeling van de zaak van Ritfeld noch de overige verdachten te doen.
FR

error: Kopiëren mag niet!