Verdachten in het strafproces rond de decembermoorden krijgen geen Nederlands inreisvisum meer. Volgens de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken mogen de vijfentwintig verdachten Nederland helemaal niet meer binnen. De reisbeperking kan zich uitstrekken tot de rest van EU. Sunil Oemrawsingh, voorzitter van de Stichting 8 december 1982, zegt dat zij er volledig buiten staan. Deze maatregel is een politieke, die internationaal getroffen wordt. Het is buiten de invloedssfeer van de stichting. Volgens Oemrawsingh kunnen zij niet juichen of in een hoerastemming verkeren.
De stichting vindt het heel jammer dat door de aanname van de Amnestiewet, Suriname internationaal wederom in een kwaad daglicht is geplaatst. Internationale organisaties hebben verklaringen uit doen gaan, waarin zij de maatregel die de coalitie heeft getroffen op aansturing van de hoofdverdachte, m.n. de Amnestiewet, sterk afkeuren. De aanname van de Amnestiewet heeft gemaakt dat de internationale gemeenschap Suriname nu onder een vergrootglas heeft geplaatst. “Het wordt duidelijker dat meer en nog belangrijkere organisaties, zoals laatstelijk de Internationale Commissie voor de Mensenrechten van de VN, de Surinaamse regering duidelijk maakt dat de aanname van de Amnestiewet straffeloosheid bevordert. “Dit is voor de ontwikkeling van ons land niet goed”, zegt de voorzitter.
Oemrawsingh meent dat in een fatsoenlijke samenleving zoals een rechtstaat er onderling afspraken zijn dat de rechterlijke macht, de wetgevende macht en de uitvoerende macht op hun eigen wijze hun rechten en plichten moeten uitvoeren. “Dus wanneer de 8 decembermoordzaak bij de rechter is, dan moet de wetgevende macht niet een andere wet gaan maken om de rechtszaak te doorkruisen.” Het is de overtuiging van de stichting dat de Amnestiewet een inmenging is van artikel 131 lid 3 van onze grondwet. Het is tevens ook een doorkruising en maakt inbreuk op de rechtszekerheid van de burgers in Suriname.
Als Suriname bewust is dat zij geen enkeling meer is in die grote globaliserende wereld, dan moet Suriname beseffen dat elke maatregel die men treft internationaal ook bekeken en getoetst wordt. Eventueel kunnen er ook consequenties aan verbonden worden, zoals laatstelijk het geval is geweest met de Europese Unie. Zij waren in Suriname voor een artikel 8 dialoog om Suriname onder andere ook te vragen hoe het staat met de Amnestiewet.
Oemrawsingh vindt dat wij op de eerste plaats Surinamers zijn. En het is altijd erg als het buitenland, welk land dan ook, een maatregel in negatieve zin treft naar onze regering of onze burgers toe. Aan de andere kant vindt de stichting dat de regering en de burgers van Suriname ook een eigen verantwoordelijkheid hebben en dat die niet moet uitmonden in maatregelen of sancties tegen ons land.