De 52-jarige Jozef M. hoorde een straf van 4 jaar tegen zich eisen. Jozef heeft iemand met een houwer bewerkt. Het slachtoffer zag dat op die bewuste dag Jozef zijn echtgenote mishandelde. Het slachtoffer sprak de verdachte daarover aan. Op een bepaald moment pakte Jozef naar zeggen van het slachtoffer een houwer en bewerkte de persoon daarmee. Als gevolg daarvan functioneren twee vingers van het slachtoffer niet meer normaal. Naast dit feit heeft de verdachte twee kampen in brand gestoken. Dit feit geeft de verdachte volmondig toe. Hij gaf aan dat hij het feit in een agressieve bui heeft gepleegd. Hij is bereid om de benadeelden te vergoeden en zelfs alles opnieuw voor ze te bouwen. De vervolgingsambtenaar, Nirmala Maikoe, achtte poging tot doodslag en brandstichting wettig en overtuigend bewezen. Zij eiste hiervoor een gevangenisstraf van 4 jaar met aftrek.
Advocaat Valery Pique staat Jozef juridisch bij. Hij betoogde in zijn pleidooi dat Jozef voor wat betreft de brandstichting een volmondige bekentenis heeft afgelegd. Hiervoor verzocht de advocaat de rechter om een mildere straf te willen opleggen. Met betrekking tot poging tot levensberoving beriep de advocaat zich op noodweer. Volgens de advocate wordt de mishandeling van de echtgenote door de verdachte en zijn vrouw ontkend. Het slachtoffer had een bank in de richting van Jozef gegooid, omdat hij hem bedreigd had met een houwer. Jozef was hierna het bos in gerend. Het slachtoffer ging hem achterna. En ter verdediging had Jozef het slachtoffer bewerkt met een houwer. De advocaat gaf aan dat indien het slachtoffer niet achter Jozef was gegaan, de kappartij nimmer zou hebben plaatsgevonden. Hij verzocht de rechter om Jozef met betrekking tot dit feit vrij te spreken. Voor de overige feiten refereerde de advocaat naar het oordeel van de rechter.
Rechter Marie Mettendaf zal op 6 juli uitspraak doen. Jozef blijft in voorarrest.
Saskia Bandhan