Rapar Broadcasting Network (RBN) en Radio Paramaribo (Rapar) hebben een kortgeding aangespannen tegen de Stichting auteursrechten Suriname (Sasur). De stukken waren ingediend en de zaak is gisteren in behandeling genomen. Bij deze gelegenheid heeft Sasur om uitstel gevraagd. Dit, vanwege het feit dat zij meer tijd nodig heeft om zich te verdiepen in al de stukken die door RBN/Rapar zijn ingediend. Sasur heeft hiervoor ruimte van een week gevraagd. De rechter heeft dit verzoek van Sasur gehonoreerd. De behandeling van gisteren hield in dat rechter Anand Charan de partijen in de gelegenheid heeft gesteld om op schrift te reageren en hun bevindingen kenbaar te maken. Op donderdag 21 juni is Sasur aan de beurt; vervolgens zal, naar zeggen van de verdediging van RBN/Rapar, mr. A. Debipersad, de zaak verder behandeld worden op 28 juni.
RBN en Rapar zijn in 2006 door Sasur voor het gerecht gedaagd, waarbij Sasur had gevorderd dat het nummer “TUM NA JANE KIS JAHAN MEIN KHO GAYE” niet afgedraaid mocht worden. Sasur vond ook dat zij een repertoire heeft, dat is gebaseerd op de mandaatovereenkomst met de Nederlandse organisatie Buma/Stemra.
In dit geding werd Sasur in het gelijk gesteld en is de veroordeling ook gekoppeld aan dwangsommen, die deze ondernemingen moeten voldoen indien zij het nummers uit het repertoire van Sasur ten gehore brengen.
Rapar en RBN hebben na grondig onderzoek geconstateerd dat de claim van Sasur vals is. In India blijkt dat niet de muziekauteurs, maar de muziekmakers de bescherming genieten op het gebied van Auteursrechten, vandaar dit kort geding.
Opmerkelijk is de laatste aankondiging van de openbare veiling van eigendommen van SRS, welke een staatsbedrijf is. Het is een unicum dat een door de Staat verleende beschikking in haar nadeel werkt. De intrekking van de beschikking van Sasur in februari 2012 werd bezegeld met een afwijzing door de kort gedingrechter. Sedertdien is Sasur voortvarend doende om haar gelden te innen.