‘Goedkope kunstmest moet een prijs hebben. Ook al is het goedkoop, er is toch een prijskaartje aan verbonden. Waarom noemt de persoon geen bedrag op’, zegt de voorzitter van de Surinaamse Padieboeren Associatie (SPBA), Harrynandan Oemraw, wanneer hij de bewering van een rijstmagnaat, die beweert goedkope kunstmest binnen te zullen halen, volgt. Maar Oemraw zegt geen geloof in te hebben dat de kunstmest goedkoop zal zijn. Dergelijke geluiden hebben zij al ettelijke malen gehoord, maar die zijn nooit waar gemaakt. ‘In het begin praat iedereen over goedkoop. Maar wanneer het spul al in Suriname is, hoor je van de havenkosten, transportkosten en verpakkingskosten die komen bij kijken.’ Beweerd wordt dat de lading tegen eind juni in Suriname arriveert.
Het afgelopen seizoen kostte een zak kunstmest met een hoeveelheid van 50 kg SRD 125. Bij de wederverkopers kost het duurder. Vanwege de bijkomende kosten schroeven zij de prijs op van SRD 145 tot SRD 150. Padieboeren die een financiering hadden genomen, moesten enkele SRD’s meer neertellen voor de kunstmest. De boeren zijn reeds begonnen met de inzaai van padie. Deze duurt voort tot 15 juli. ‘Alles is zo duur, de input waaronder brandstof en chemicaliën zijn zo duur’, zegt Oemraw. Het komt veelvuldig voor dat ten gevolge hiervan de rijstboeren afhankelijk worden van de opkoper. Hij is namelijk de persoon die als financierder optreedt.
Het is voor de SPBA geheel onduidelijk wanneer zij de incentives, die beloofd is door de coördinator van het Rijstorgaan, zullen ontvangen. Zo is aan de padieboeren voorgehouden dat zij SRD 130 per hectare ingezaaid areaal aan incentives zullen ontvangen. ‘Het is aan ons beloofd, ik ben persoonlijk langs geweest op het kantoor van het Rijstorgaan. Zij hebben me verwezen naar het ministerie van LVV.’ Oemraw hoopt niet dat de kwestie van beloofde incentives als een worst voor de neus van de padieboer wordt gehouden.
Asha Gajadien-Bhagwat