Door onder ander de modernisering van de productieactiviteiten en de steeds toenemende concurrentiestrijd tussen bedrijven, zowel in de private als in de publieke sfeer, wordt er grotere kwaliteitseisen gesteld aan de productiekracht. Het devies is steeds ‘op een kwantitatief, kwalitatief en efficiëntere manier produceren, waardoor met minder uitgave hetzelfde of verbeterde productieniveau halen’. Belangrijk voor de private sector is dat uiteindelijk de winstmaximalisatie toeneemt. De publieke sector die in faciliterend moet optreden naar het bedrijfsleven toe moet absoluut investeren in die sectoren die garant staan voor een goed opgeleid en gezond kader. Wil de publieke sector de economische ontwikkeling positief beïnvloeden, dan rest het niet anders dan het onderwijs af te stemmen op de maatschappij behoefte. De vraag die rijst, is welke soort werkers heeft de huidige maatschappij nodig. Wat moet het kennisniveau zijn. Aan welke profielschets moeten deze werkers voldoen?
Beroepsprofielen
Wat zijn beroepsprofielen. Beroepsprofielen geven aan de taken, competenties of vaardigheden en de attitude die door de beroepenwereld worden gevraagd voor de uitoefening van een bepaald beroep. De vereiste profielen vormen een rode draad bij de uitvoering van opleidingsprogramma’s die zijn aangepast aan de behoefte van de bedrijven.
In deze bijdrage wil ik het hebben over de pogingen tot vernieuwingen van de pedagogische instituten, die al bijkans 20 jaren aan de gang zijn. Er zijn zeker twee rapporten bekend die aangeven dat het niveau, cognitief als voor wat de competenties van de afgestudeerde leerkrachten betreft, niet voldoet aan de behoefte van deze digitale georiënteerde maatschappij. De leerlingen hebben bijvoorbeeld buiten het formele onderwijs steeds toegang tot andere informatiebron via de digitale mogelijkheid, ICT.
De leerkrachten dreigen of hebben in vele gevallen een evidente achterstand op hetzelfde kind dat door hem/haar pedagogisch-didactisch gevormd moet worden. Dat deze constatering kan bijdragen tot frustratie van de leerkrachten, die weinig of niets begrijpen van deze digitale wereld, is mijns inziens niet ondenkbaar, met alle nare gevolgen van dien. Het lijkt mij daarom raadzaam om zo snel als mogelijk een aanvang te maken met de introductie /implementatie van de nieuwe leerkracht.
Wat wordt bedoeld met de nieuwe leerkracht?
De nieuwe leerkracht is per definitie voor mij de afgestudeerden van de pedagogische instituten, die volgens het vereiste van dit digitale tijdperk zijn opgeleid. Het integreren van ICT binnen de nieuwe opleiding, waardoor er zeker verruiming plaatsvindt van de keuze van onder andere didactische werkvormen, die de leerkracht in de praktijk kan toepassen. Het curriculum, hier bedoeld de leerinhoud van de nieuwe leerkracht, wordt ook aangepast aan de maatschappelijke werkelijkheid. Hierdoor kunnen spanningen tussen leerkracht en student in elk geval geminimaliseerd worden. Ook zal de student zich beter kunnen vereenzelvigen met de aangeboden leerstof.
De oude leerkracht, hetgeen volstrekt niet betekent dat er hier sprake is van een vergelijking in kennisniveau en functioneren, maar ik zie het meer als een erkenning van achterstelling van de huidige leerkracht in aanpak en skills die passen binnen dit tijdperk.
Daarom is het een gebiedende eis dat er gewerkt wordt aan de beroepsprofielen van de ervaren leerkrachten. Deze beroepsprofielen liggen op het vlak van vaardigheden/competenties, waarover de ervaren leerkrachten moeten beschikken en in ondersteunende kennis (cognitief) en beroepshouding/attitude gericht op nieuwe uitdagingen.
De nieuwe leerkracht, een term die overigens ook in onze context een psychologische waarde heeft, uitgaande van de onterechte negatieve etikettering (negatieve selectie), die het beroep leerkracht of het pedagogisch instituut de afgelopen 30 jaar opgeplakt hebben gekregen. Met de nieuwe aanpak denk ik persoonlijk dat de instroom en uitstroom kwantitatief als kwalitatief zullen toenemen.
Een belangrijk vereiste is dat er gewerkt moet worden aan de kwalificatieprofielen van de nieuwe of beginnende leerkracht. Het is goed onderscheid te maken tussen beroepsprofielen en kwalificatieprofielen. Hoewel beide dezelfde structuur hebben (kennis, competentie en attitude),wordt kwalificatieprofiel voor de beginnende leerkracht en beroepsprofiel voor de ervaren leerkrachten geformuleerd. Dit onderscheid wordt gemaakt, omdat er verschil bestaat of zal bestaan tussen de beginnende leerkracht en de ervaren leerkracht. Het kan nooit zo zijn dat bijvoorbeeld alle vaardigheden van een ervaren leerkracht van toepassing kan zijn op de beginnende leerkracht. Immers de praktijk is ook een leerschool. Anderen beweren dat de praktijk de beste leerschool is.
Met het bovenstaande wil ik erop wijzen dat voor een opleiding geen beroepsprofielen, maar kwalificatieprofielen moeten worden geformuleerd. In beide situaties, ervaren als beginnende leerkracht, kan wel de term profielen worden gehanteerd.
Bert Eersteling