Er zijn voldoende leerkrachten om de extra 250 klassen te draaien die voor 1 oktober gebouwd moeten zijn. Deze geruststelling geeft voorzitter Eddy Jozefzoon van de Taskforce Onderwijs. Vanwege het ruime reservoir van leerkrachten, blijkt er in Suriname een redelijke verhouding te zijn van 1 leerkracht op 13 leerlingen. Het grote aanbod van leerkrachten is met name het geval op het glo-niveau, zegt Jozefzoon. Op 1 oktober mogen klassen van het eerste leerjaar glo, voj en vos niet groter zijn dan 25 leerlingen. Het hebben van kleine klassen betekent dat er ook meer leerkrachten ingezet moeten worden die de extra klassen moeten bemensen. Het Minov kon in de afgelopen jaren het grote aanbod van afgestudeerden van het kweekonderwijs niet aan, omdat er onvoldoende scholen en klassen waren in met name Paramaribo en Wanica. Het gevolg is dat jaarlijks een groot aantal leerkrachten niet geplaatst kon worden voor de klas. Een deel van hen koos er om verschillende redenen ook niet voor om in het binnenland of de verre districten les te geven.
Jozefzoon zegt dat een aantal van de niet geplaatste leerkrachten in het bureauambtelijke werkzaam is, terwijl een ander deel is ingezet in bibliotheken en mediatheken. De taskforce-voorzitter zegt voorts dat al deze leerkrachten die niet voor de klas staan, opgeroepen zullen worden door het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov). Er zal met deze groep een motivatiebijeenkomst worden gehouden. Ook zal het Minov een oproep doen op gepensioneerde leerkrachten, die nog inzetbaar zijn voor het formeel onderwijs.