Politieambtenaren doen een zeer verantwoorde en riskante job. De burgerij onthoudt zich van eigenrichting en steunt voor de noodzakelijke toepassing van geweld op de politie. De burgerij is voor haar veiligheid afhankelijk van de politie. Maar terwijl de politiebeambten zich inzetten voor de veiligheid van de burgerij, zetten ze hun eigen veiligheid en leven op het spel. In de politieactiviteit kunnen ook toevallige omstanders een veiligheidsrisico lopen. Soms is het risico onvermijdelijk, soms is het gevaar voor de burgerij en de politieagenten wel te vermijden. Soms is ook te vermijden lichamelijke schade van daders. Deze daders hebben uiteenlopende achtergronden, vandaar dat schade aan daders vanuit verschillende kanten benaderd kan worden. Het arresteren van verdachten heeft niet primair te maken met geweld, maar met vaardigheden die opgedaan en op peil gehouden worden door continue trainingen. Het Korps Politie Suriname is begonnen met de Integrale Beroepsvaardigheidstraining. Wat zullen onze politieambtenaren leren? Bij de Integrale Beroepsvaardigheidstraining zullen aan de politieambtenaren de nieuwste aanhoudingstechnieken worden aangeleerd. De training zal zich ook richten op de schietvaardigheid van de politieagenten. Het aanhouden van verdachten van misdrijven en van verstoorders van de openbare orde en rust is essentieel. Waarin de politie ook steeds moet blijven investeren is de training met betrekking tot de presentatie. De politie moet zich piekfijn aan de samenleving presenteren, elke dag. Uit die presentatie blijkt de discipline die er heerst binnen de politie-eenheden. Politie-leidinggevenden moeten strenger hierop controle uitvoeren. Wel eens valt het op dat het uniform niet wordt gestreken. Schoenen worden soms niet meer gepoetst met schoensmeer. Maar iets waarop de politie ook moet opletten, zijn de sieraden. Het komt wel eens voor dat politieagenten, dwars door alle rangen, teveel goud aan hun nek, vingers en pols aan hebben. Het dragen van goud zou wellicht behoren aan de Surinaamse cultuur, maar in functies waar het gaat om integriteit en het afdwingen van gezag, moet men met mate omgaan met het aantrekken van sieraden. Van bovenuit moet het voorbeeld worden gegeven. Waar de politie ook veel in moet investeren, zijn de omgangsvormen. Politieagenten moeten niet blaffen, maar met veel tact en respect de burgerij aanspreken, ook tegen overtreders en tegen vreemdelingen. Het schort toch wel aan de omgangsvormen. Iets dat ook beter kan, is het opmaken van rapporten. Behalve processen-verbaal, waar een bepaald soort vast taalgebruik aan de orde is, moeten politieagenten vaak adviezen formuleren over aanvragen die bijvoorbeeld vanuit de burgerij worden gericht aan de dc. Politieagenten wringen zich soms in allerlei bochten om deze adviezen te schrijven. Soms wordt het ook uitgesteld, buurtonderzoeken zijn allang verricht, de krabbeltjes zijn in de agenda gemaakt, maar voor het advies weten de agenten soms niet waar ze moeten beginnen, wat het eerste woord moet zijn. Dus een training is vereist.
Wat aan de nieuwe leiding aanbevolen is, zijn de evaluaties. Politieagenten worden gerekruteerd, maar innovaties op dit vlak zijn ook gewenst. Er moeten vernieuwingen worden doorgevoerd in het rekruteringsproces. Dat gebeurt regelmatig in andere landen. De selectieprocedure moet bijvoorbeeld niet te lang duren. Het risico is anders dat goede kandidaten zullen afhaken omdat ze elders een baan vinden. Ook moet erop gelet worden dat er geen grote klassen ontstaan, omdat er na lange tussenpozen lichtingen worden toegelaten. Klassen van meer dan 100 rekruten zijn in principe uit den boze. Waar bij de opleiding ook op moet worden gelet is de achtergrond van de rekruten. Uit wel milieu komen ze? Bij de persoonlijkheidsombuiging moet hiermee rekening worden gehouden. Men moet ook letten op de trainingsmethodes, ook bij opfriscursussen. Men moet het politieonderwijs steeds vernieuwen. De opleiders moeten ervoor waken om alleen kennis af te vuren op de rekruten en de agenten die getraind worden. Het zelfstandig leren moet ook gestimuleerd worden. Toepassingen naar concrete situaties moeten in werkcolleges in voldoende mate worden gemaakt. Daar zal men leren hoe men met bijvoorbeeld koppige buitenlandse ondernemers en met hangjongeren die een afkeer hebben van de politie, moet omgaan. Door de concrete werksituaties te brengen in werkcolleges leert men de zelfredzaamheid, waardoor situaties zoals aan de Sarramaccastraat vorig jaar worden vermeden. Politieagenten moeten ook constant onderricht worden in het strafrecht. Landelijk en over het hele grondgebied moet er één begrip zijn over het strafrecht in het algemeen en de verschillende misdrijven en overtredingen. De opgedane kennis moet worden getoetst. Lesboeken moeten worden gepubliceerd in boekvorm, waardoor ze kunnen worden gecontroleerd op hun inhoud. Er moet transparantie zijn. Bij de docenten moet men letten om welke soort praktijkmensen het gaat. Doen ze zelf hun werk goed? Docenten moeten goed met elkaar afstemmen. Cursussen moeten elkaar niet overlappen en tegenspreken.
Voorts zou het niet slecht zijn om politieagenten en rekruten, opleidingen te laten volgen in instituten buiten het politieopleidingscentrum, bijvoorbeeld wanneer het gaat om managementvakken (vergadertechnieken en coaching).
De verdere en continue opleiding van politieagenten is op zijn plaats. De opleidingen moeten echter ook geëvalueerd worden. Soms kan je niet alles en moet er uitbesteed worden. De politie moet zelf vaak peilen of laten peilen wat de burgerij denkt over de klantvriendelijkheid en wat men van de uitvoering van de wettelijke taak van de politie vindt. Op basis daarvan kunnen opleidingen worden aangepast. Beroepsvaardigheidstrainingen moeten naast arrestatie en schieten een bredere reikwijdte hebben. Getrainde politieambtenaren zorgen alleen voor winnaars, dus het is de moeite ruimschoots waard.