Vicepresident Ashwin Adhin heeft een halt geroepen aan onnodige dienstreizen van leden van zijn ministerraad en ander personeel van de regering. Deze zijn teruggebracht tot de meeste essentiële. Dit bevestigt Adhin tegenover Dagblad Suriname. Volgens de vp wordt er nu na goede afstemming met het ministerie van Buitenlandse Zaken gekeken naar het belang en noodzaak van het reisbezoek. Buitenlandse Zaken moet dus aangeven op welke platformen er bilaterale relaties zijn, die van zo urgent belang zijn dat de minister, directeur of een beleidsadviseur erbij zou moeten zijn. Pas dan verleent de vp goedkeuring aan de betreffende functionaris om af te reizen. Adhin zegt dat de regering voornemens is drastisch te bezuinigen. Hiervoor zal zij daarom de hand in eigen boezem steken en ook meewerken aan de bezuiniging. Alleen wenst hij hierbij te benadrukken dat er niet een situatie moet ontstaan, waarbij Suriname geïsoleerd raakt. ‘Wij zullen die minimale participatie moeten hebben. U kunt niet verwachten dat wij niet naar een VN, OAS en Caricom meeting gaan’, stelt de vp. Vooral het nalaten van participatie aan ministeriële meetings zou volgens hem een schande voor het land zijn.
Ook voor de ambtenaren van de verschillende ministeries geldt deze regeling. Waar er eventueel expertise zou moeten gaan, wordt er nu overwogen om delegaties zo klein mogelijk te houden en overbodige deskundigen niet mee te nemen. Suriname verkeert in grote financiële problemen. De kosten voor buitenlandse reizen lopen op, doordat Suriname vaak zeer omvangrijke delegaties over de grens stuurt. De afgelopen regeerperiode zijn verschillende regeringsfunctionarissen met grote delegaties naar het buitenland geweest. Ook De Nationale Assemblee (DNA) heeft zich schuldig hieraan gemaakt. De verstrekte daggelden van een paar honderd Amerikaanse dollars per dag dragen verder bij aan forse rekeningen. Sinds het aantreden van de nieuwe regering, zijn minstens vier ministers al op dienstreis geweest.
FR