Dagblad Suriname heeft van diverse kringen uit de rijstsector vernomen dat de Vereniging van Rijstexporteurs (VRE) een stiefmoederlijke behandeling krijgt van de LVV-minister. Dit was al eerder verklaard door de voorzitter van de VRE, Imro Manglie. Hij verklaarde ook dat de VRE niet benaderd is voor export van witte rijst naar Venezuela. De bewindsman doet slechts zaken met de Vereniging van Verwerkers en Rijstexporteurs, de VVRE. Dat de LVV-bewindsman slechts zaken doet met de VVRE, wordt getypeerd als ‘heel verdacht’.
VRE wil boeren meer betalen
Gesteld wordt dat indien leden van de VRE wel in de gelegenheid worden gesteld om te exporteren tegen een bedrag van USD 550 per ton witte rijst, zij de kleine rijstboeren bereid zijn een bedrag tussen de SRD 60 en SRD 65 per baal padie uit te betalen. Momenteel bedraagt de opkoopprijs SRD 35 per baal padie. De rijstboeren aangesloten bij de Surinaamse Padieboeren Associatie, de SPBA, hebben graag dat er een aanpassing komt in de opkoopprijs van padie. Zij hebben brieven gestuurd naar zowel de VRE als de VVRE onder voorzitterschap van Bhagwatpersad Ramadhin. Aanpassing van de padieopkoopprijs is haast niet haalbaar, meent Ramadhin. Als reden haalt hij aan dat oude padie die al jaren in de schuren opgeslagen was, verwerkt en geëxporteerd wordt. Hij had deze hoeveelheid tegen een betere prijs opgekocht bij de rijstboeren. De VRE daarentegen stelt dat zij behalve de opkoopprijs van tussen de SRD 60 en SRD 65, ook bereid is om suppletie aan de rijstboeren te betalen.
Dat de LVV-minister slechts toestemming heeft verleend aan de VVRE en dat de minister deze vereniging voortrekt, wordt ontkend door VVRE-voorzitter Ramadhin. De VRE bestaat al 30 jaar, terwijl de VVRE enkele maanden geleden is opgericht door leden van de tweede lijst die niet was gekozen. Deze werd aangevoerd door Jokhoe met Ramadhin als penningmeester. Acht exporteurs stemden op de lijst van Jokhoe, 10 exporteurs stemden op Manglie, 1 stem was ongeldig en 1 exporteur onthield zich van stemming.
Vernomen wordt dat Venezuela een bedrag van bijkans USD 800 aanbiedt voor een ton witte rijst. Hiervan worden havenkosten, transportkosten en de kosten voor de boot afgetrokken door Iboza, het tussenbedrijf dat door de Staat is ingehuurd. Uit de USD 550 dat overblijft, krijgen de rijstexporteurs slechts USD 510 in handen voor een ton witte rijst. Opmerkelijk is dat zij geen vreemde valuta maar SRD omgerekend door de Centrale Bank in handen krijgen tegen een koers van 3.35. Opmerkelijk is ook dat de export naar Venezuela beschouwd wordt als een gok waarbij niet met zekerheid gesteld kan worden of de exporteurs daadwerkelijk hun geld zullen krijgen.
Asha Gajadien-Bhagwat