De landbouwsector wordt in de regeringsverklaring en de jaarrede van de president aangemerkt als een sector die duurzaam kan bijdragen aan de groei van de economie in Suriname, waaraan inherent is de creatie van banen en het genereren van welzijn. Het landbouwministerie is gedurende de afgelopen decennia steeds vervreemd van de ‘vloer’, die actief is op het veld en daadwerkelijk zorgt voor de productie. Naarmate het ministerie steeds bemand werd door eigen mensen, raakte het ook vervreemd van de eigen mensen. Het landbouwkader wil onder de gegeven omstandigheden niet naar het veld, zelfs het aandoen van een waterlaars is al een uitdaging. Behalve dat het ministerie vervreemd is van de eigen Surinamers, is er ook een financiële bottleneck. Er zijn potentiele landbouwondernemers, die over de streep moeten worden getrokken. Voor een deel gaat het om ondernemers die interesse hebben voor de industriële verwerking van landbouwproducten. Er is geen ‘window’ waar de burgers terecht kunnen voor informatie over een financiële tegemoetkoming. Er is al geruime tijd bekend dat er een Agrarisch Kredietfonds (AKF) bestaat. Nu lezen we dat dit fonds niet meer zal vallen onder de Landbouwbank, die ook trekken heeft van een commerciële bank met klanten, naar de Nationale Ontwikkelingsbank (NOB). Deze laatste is meer een niet-commerciële bank. Wat maakt dit allemaal uit voor de agrarische ondernemers? Zo op het eerste oog niet veel. Dit besluit is enkele maanden geleden genomen, omdat de staatsbanken worden geherstructureerd. Het gevolg daarvan zal zijn dat de Landbouwbank op zal gaan in de Surinaamse Volkscredietbank (VCB). Het gedeelte van de landbouwontwikkeling zal toegevoegd worden aan de bestaande ontwikkelingsdoelen van de NOB. Het AKF is een bron van financiering voor de landbouwers, maar hoeveel ondernemers maken hiervan gebruik? In welke mate heeft het fonds bijgedragen aan de productiviteit in de sector? Hoeveel ondernemers hebben hun schulden kunnen aflossen en een bedrijf eropna kunnen houden en hoeveel niet? Hoeveel ondernemers hebben hun schulden niet kunnen betalen? Het AKF is onderdeel geweest van het Sectorplan, dat werd aangenomen tijdens Venetiaan 3. De indruk bestaat dat het fonds wel bereid is significante hulp te verstrekken, maar dat dit niet in voldoende mate kan geschieden. Het kan gesteld worden dat het veld van kleine ondernemers maar ook de zelfstandigen, niet bekend is met het AKF. Het AKF heeft geen vriendelijk gezicht, er is geen uitnodigend beleid. De indruk bestaat dat alleen middelbaar geschoolden of ondernemingen met een zekere capaciteit toegang hebben tot het fonds, tenzij men actief geholpen wordt door instituten of personen die op de hoogte zijn hoe het AKF werkt. Is het AKF elk jaar door zijn budget dat bestemd is om uit te zetten, heen? Bij de ontwikkeling van de agrarische sector is het gewenst dat de partijpolitiek en dus de voortrekkerij ver wordt gehouden van de diensten die noodzakelijk zijn voor de groei in de diepte en de breedte. Hoe meer ministeries als LVV betrokken zullen zijn in de dienstverlening vanuit het AKF, hoe minder de kans zal zijn dat het fonds op basis van de juiste standaarden geld zal kunnen uitzetten. Er zijn geluiden dat degenen die kennis hebben van de structuren aandelen willen hebben in op te zetten bedrijven en daarvoor is men soms zelfs bereid om keihard in te komen met kapitaal. Maar men moet worden meegenomen als aandeelhouder. Deze omstandigheden maken dat sommige bedrijven gewoon niet van de grond komen. Het AKF is een fonds dat zijn gelijke kent in andere landen. Het gaat om de grass roots. Mensen hebben de nobelprijs gewonnen voor hun bijdrage in het opzetten van zulke financieringsinstituten, die vriendelijk moeten zijn. Bericht wordt dat met de doorgevoerde verschuivingen via partnerschappen met medefinanciers het mogelijk zal zijn om grotere bedragen te lenen. Maar niet altijd gaat het om grote bedragen, maar bijvoorbeeld ook om de ondersteuning in technische zin, zodat men zelf de schulden kan aflossen en het bedrijf duurzaam /op duurzame wijze kan draaien. Het fonds en ook LVV moeten ook open en dienstbaar zijn als de functionarissen geen direct voordeel hebben aan plannen van potentiele agrarische ondernemers. Het AKF moet de zelfstandigen niet verwaarlozen. Er is geen pr bekend van het AKF om zich goed te wortelen in de samenleving. Ook districten als Coronie, Marowijne, Para, Brokopondo en Sipaliwini moeten in het vizier zijn van het AKF. Kortom, het AKF moet meer lonken en zich profileren als een weg naar succes en welzijn. Vooralsnog gebeurt dat niet, waardoor onduidelijk is om iets te zeggen over het bestaansrecht van het fonds op de wijze zoals het er nu bij staat.