Henk Ramnandanlal, ondervoorzitter van de PALU, pleit ervoor dat de rijstboeren ook moeten profiteren van de hogere prijs die exporteurs krijgen voor hun witte rijst in Venezuela. Ramnandanlal zegt niet te begrijpen waarom de opkoopprijs van tussen de SRD35 en SRD50 per baal nog wordt gehanteerd ondanks dat de rijstexporteurs tegen een hogere prijs verkopen. Indien de exporteurs hun witte rijst tegen US$525 verkopen, dan kan gemakkelijk een opkoopprijs van SRD75 worden betaald aan de boer, aldus Ramnandanlal.
Ramnandanlal zegt dat vanwege de eeuwenlange ervaring met rijst deze sector een transparante sector is in Suriname. We weten precies wat de inputs en dus de productie kosten zijn. Met een eenvoudig rekensommetje is na te gaan wat de opkoopprijs moet zijn bij de boer als we de wereldmarktprijs variëren. We kunnen dan exact het inkomen van zowel de exporteur als de boer uitrekenen bij verschillende wereldmarktprijzen. Bij de vorige oogst hebben de boeren een opkoopprijs van tussen de SRD35 en SRD50 ontvangen. Tegelijkertijd hebben de rijstboeren een subsidie ontvangen. Deze goedkope, gesubsidieerde padie zit nog in de rijstschuren van de exporteurs. De gesubsidieerde rijst wordt nu door de exporteur verkocht tegen de hogere Venezolaanse opkoopprijs. In feite wat we aan het doen zijn, de overheid geeft schaarse miljoenen SRD’s van het volk aan de exporteurs. En de arme rijstboer wordt verder in de penarie geduwd. Ramnandanlal wil niet ingaan op de beschuldigingen als zouden beleidsmakers het op een akkoordje hebben gegooid met de exporteurs.
De overheid heeft nu de plicht om de hogere exportprijs door te rekenen naar de rijstboer. Tegelijkertijd moeten we blijven kijken naar mogelijkheden om de kostprijs in de totale productie kolom van padie naar witte rijst verder omlaag te brengen. De lage winstmarges als gevolg van de lage wereldmarktprijs zullen gelijkelijk verdeeld moeten worden tussen de rijstboeren en de exporteurs. Daarvoor zullen beleidsmakers samen met onderzoeksinstituten, exporteurs en rijstboeren aan tafel moeten gaan zitten voor het opmaken van een lange termijn overlevingsplan voor de sector. Eenheid in de sector is dan een dringende voorwaarde om vervolgens dat lange termijnplan uit te voeren, aldus Ramnandanlal.