Op grond van het bedrag van USD 550 dat Venezuela per ton zal betalen aan de Surinaamse rijstexporteur, met daartegenover dat de exporteur een baal natte padie opkoopt tussen de SRD 28 en SRD 35, kan berekend worden dat de rijstexporteur een winst van meer dan SRD 40 boekt per baal padie. Deze berekening is gemaakt door de voorzitter van de Surinaamse Padieboeren Associatie (SPBA), Harrynannan Oemraw. Hij is er beslist niet over te spreken dat gelet op de gunstige prijs die Venezuela biedt ten opzichte van de lage opkoopprijs die de exporteurs hanteren, de kleine rijstboeren er helemaal bekaaid van zullen afkomen.
Rijstboeren overwegen straatacties
Oemraw heeft de volgende berekening gemaakt, uitgaande van een gemiddelde opkoopprijs van SRD 31, een koers van 3.35 en 26 balen padie per ton: 550 maal 3.35 gedeeld door 26 komt op een bedrag van 72. Zonder winstmarge bedraagt een paal padie volgens de Venezolaanse exportprijs SRD 72. Uit dit bedrag heeft de exporteur slechts SRD 31 als opkoopprijs betaald aan de kleine rijstboer. Zit de exporteur met een forse winst van SRD 41. Oemraw wijst er ook op dat de kleine rijstboeren sedert het afgelopen seizoen padie hebben opgekocht, zonder daarvoor betaald te zijn geworden. Oemraw hekelt ook het feit dat de kleine rijstboeren meer dan ooit gedupeerd worden door de monopoliepositie, die exporteurs altijd hebben ingenomen.
SPBA richt brief aan VRE
Door de SPBA is gisteren een brief gestuurd naar de Vereniging van Verwerkers en Rijstexporteurs (VRE). Hierin is aangegeven dat de SPBA voor 22 oktober in gesprek wil treden met de VRE. Dit is als uitvloeisel gekomen van een bijeenkomst van de leden van de SPBA. De exportprijs van USD 550, tegen de achtergrond dat een baal natte padie wordt opgekocht tussen de SRD 28 en SRD 35, vinden de leden buiten proportioneel en niet redelijk en billijk. Ze hebben graag dat er een juiste verhouding komt in de opkoopprijs middels bemiddeling met de VRE.
Asha Gajadien-Bhagwat