Guyana kijkt uit naar internationale bijstand voor de twee claims op haar grondgebied afkomstig van Venezuela en Suriname. “US en Brazilië kunnen druk uitoefenen op Venezuela om de agressie op te heffen”, meent president David Granger van Guyana. Op een persconferentie liet Granger weten dat na de meeting met VN secretaris-generaal Ban Ki-moon er enige verlichting is gekomen in de druk die op Guyana werd uitgeoefend door Venezuela. “De VS zullen waarschijnlijk niet dieper betrokken willen raken vanwege hun buitenlands beleid. Ik geloof dat de Verenigde Staten en Brazilië op het Noord Amerikaanse continent en het Zuid-Amerikaanse continent een morele plicht hebben en zij hiermee pressie kunnen uitoefenen op het gedrag van de kleinere staten. Of zij het willen doen, is een andere zaak”, zei Granger. Venezuela claimt bijkans tweederde deel van Guyana en plaatste troepen aan de grens met Guyana. Inmiddels trekt Venezuela haar troepen terug. “De hele wereld erkent de grens van Guyana met Venezuela, behalve Venezuela zelf”, merkte Granger op. Hij merkte eveneens op dat Guyana het zal overleven nu Venezuela de rijst-voor-olie-deal met Guyana opzegt. “Wij hebben andere markten”, stelde de president.
“Claim van Suriname is vals”
Verwijzend naar Suriname, waarbij president Desi Bouterse in zijn jaarrede het bezette Tigri-gebied wederom op de agenda wil brengen, noemde Granger deze claim vals. “Wij hebben reeds maatregelen getroffen in het verleden”, stelde Granger. Guyana houdt sedert de 60er jaren het Tigri-gebied bezet en voert aldaar beheersdaden uit. Granger stelt dat Suriname “hun” Corantijnrivier claimt. De Guyanezen claimen dat de Corantijn hen toebehoort en leggen daarmee de claim op een grondgebied dat even groot is als Jamaica. Suriname heeft steeds bij tijd en wijle aangegeven dat het betwist gebied hem toebehoort, maar na meer dan een half eeuw is er hier nog geen finale beslissing over.