Je hebt mensen in het land die werkelijk overal iets achter zoeken, gedreven door een onbegrijpelijke paranoïde en hersenloze achterdocht, gespeend van enig realiteitsbesef.
Neem nu de bekende microbioloog en voedseltechnoloog Ricky Stutgard, deze dagen A20 Assemblee-kandidaat voor de verkiezingen van 25 mei. Hij schijnt nogal wat moeite te hebben met de aanwezigheid van een groep mennonieten in het land.
“Oh jee, er lopen mennonieten in de straat”, zal een geschrokken Stutgard gedacht hebben op 21 april toen hij enkele mennonieten zag lopen. Hij bedacht zich geen moment, maakte vanuit de auto een foto van het groepje wandelaars en plaatste die foto op zijn Facebook-pagina: een foto van een groepje keurig achter elkaar lopende mennonieten in de Lalla Rookhweg in Paramaribo, zonder het verkeer te hinderen. Een uur later zag hij zelfs drie mennonieten op de hoek van de Fajalobistraat en de J.A. Pengelstraat.
Stutgard had het gevoel dat de groep de buurt aan het verkennen was. Hoezo, verkennen, waarom verkennen? Wat een suggestieve onzinnige achterdocht. Wellicht waren ze gewoon in de stad om wat boodschappen te doen of om zaken te regelen. Wie zal het zeggen. Maar, om ze nu op deze wijze in een soort verdachtenbankje te plaatsen is zeer misplaatst.
Gelukkig blijken onder de ruim 150 reacties onder zijn post op Facebook veel mensen te zijn die feitelijk met ongeloof reageerden op de wijze waarop Stutgard de foto van het groepje mennonieten had geplaatst.
Hieronder een paar van die, willekeurig gekozen, reacties:
- “Kijk ze.. Zo behoorlijk gekleed. Kinderen van de lagere school kunnen gewoon langs ze lopen zonder 1 afleiding. Je hebt andere groepen die uit enkele idiotige landen naar hier zijn gekomen, in bepaalde woonwijken zo vies en smerig gekleed rondlopen zonder enig schaamtegevoel en daar maakt niemand een foto of video van en post het zo op het internet.”
- “Ook al zou ik ze ergens zien, ze hinderen mij niet hoor”
- “Heel mooi, we moeten niet xenofobisch doen. Suriname moet leren om vreemden in hun land te accepteren. Zolang ze zich houden aan wet en regels, en wij moeten de juiste wetten in place hebben.”
- “Heb je geen babbeltje met ze gehouden? Als wetenschapper…”
- “Niets verkeerds hieraan. Ze zijn wat teruggetrokken, maar best vriendelijk om mee te praten.”
Volgens Stutgard voeren de mennonieten werkzaamheden uit in Suriname, maar volgens hem zijn hun werkvergunningen niet in orde. Ook zag hij
minderjarige kinderen onder de mennonieten en vraagt zich af of voor die kinderen ook niet de plicht op onderwijs geldt. Laat deze wetenschapper eens ‘s ochtends door een paar volksbuurten van Paramaribo gaan lopen, dan zal hij zien dat er veel minderjarige kinderen rond huppelen…. die dus niet naar school gaan….
Kortom, de wetenschapper Stutgard zou zich eens bij feiten moeten houden en geen misplaatste insinuerende opmerkingen maken over de mennonieten. Wat heeft hij tegen deze groep hardwerkende mensen? Laat hij zich eens gaan richten op andere lokale groepen in de samenleving die god noch gebod erkennen. Wie heeft last van de mennonieten en waarom? Het antwoord zal de heer Rutgard zeer waarschijnlijk verrassend in de oren klinken: niemand.
PK