Ricky Stutgard, Assemblee-kandidaat voor A20, merkt op dat hij vorige week, op 21 april, een aantal Mennonieten in de Lalla Rookhweg in Paramaribo zag lopen. Een uur later zag hij drie mennonieten op de hoek van de Fajalobistraat en de J.A. Pengelstraat. Stutgard had het gevoel dat de groep de buurt aan het verkennen was.
Hij merkt op dat “op 1 december 2025 werd gepubliceerd dat zeven mennonietenfamilies uit Bolivia naar Suriname zijn gehaald door Suriname Pig Farms NV. Zij zijn bezig met werkzaamheden te Tibiti. Opvallend in het artikel is dat ook vermeld werd dat de aanvraag voor werkvergunningen in orde worden gemaakt.”
Hierover vat hij de situatie als volgt samen: “Dus de mennonieten voeren werkzaamheden uit in Suriname, maar hun werkvergunningen zijn niet in orde.”
Bij Stutgard rijzen verschillende vragen:
Wat voor soort beleid voert de regering wanneer het vreemdelingen betreft zonder historische band met Suriname. Maar ook vraagt hij zich af hoe het mogelijk is geweest dat Cubaanse leerkrachten voor het vak Spaans zeven maanden werk hebben verricht zonder dat hun werkvergunningen in orde zijn.
Verder stelt Stutgard de volgende vragen.
“Hebben de mennonieten wel een verblijfsvergunning en voor welke periode geldt het? Bij de mennonieten zijn minderjarige kinderen te zien. Geldt voor hen ook niet de plicht op onderwijs? De mennonieten zijn hier komen werken, in welk kader zijn hele families binnengehaald?”
Ten aanzien van dit onderwerp pleit Stutgard voor meer transparantie.