Wie niets heeft, heeft niets te verliezen. En als niets hebben een levensstijl is en geen probleem, dan is het leven stressloos. En dan kijkt men ook anders aan tegen bijvoorbeeld een verkiezing. Het is dan niet veel meer dan bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd. Voor wie kraak je, voor wie duim je en gi suma ye beri a doi. Het gaat dan niet veel om ratio, maar om emotie. Wie danst mooi, wie lijkt op mij, wie kan zingen, de juiste liederen. Ook bijvoorbeeld: wie is van de buurt, wie komt in de getto en op boiti. Maar vooral, waar is het gezellig en weinig druk van allerlei regels. Waar kan je gewoon de kaboela ‘schreeuwen’ en geen haan die ernaar zal kraaien. Waar is het dus bijvoorbeeld, niets is fout.
Wat de kiezers in Suriname scheidt is hoe mensen in het leven staan. De scheiding is tussen de mensen die niets hebben en niets willen behalve hun yeye en de mensen die iets hebben en meer willen en soms hun yeye ervoor op het spel zetten. Er zijn groepen burgers die rust willen hebben in het land, anderen staan een situatie die een noodtoestand rechtvaardigt wel even toe.
Er zijn nog burgers die zonder camerabewaking en open ramen en deuren leven. Ze doen het alleen op slot als ze andermans vrouw of man pikken of snoepen van iets dat verboden is. Dat gebeurt wel eens in Suriname. Dan zijn er anderen die onrustig slapen omdat overal geld is bewaard dat men niet op de bank heeft gezet.
Er zijn groepen kiezers die niets opbouwen en nalaten voor hun kinderen. De natuur zorgt wel voor ze als je maar goed leeft met een ‘schoon geweten’. Weer anderen voelen het als een plicht om wat na te laten niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de kleinkinderen. Bij deze groep vergeet men soms een set waarden en normen na te laten. Hele generaties zijn dat corrupt en bedonderen de burger als men in overheidsdienst is, met goedkeuring van pa en ma.
Dan hebben we de burgers die altijd het slachtoffer zijn. Ze doen keihard mee, zetten alles wat achterlijk en ouderwets is van zich af, men bekeert, men rapt, maar toch wordt men niet voor vol aangezien. Langs die lijnen wordt ook de politieke propaganda gevoerd. En dan zijn er groepen kiezers die massaal volks zijn of opeens uitsluitend elite. Deze laatste groep dineert dan uitsluitend op bepaalde plekken, het bewijs dat men gepromoveerd is in de sociale stratificatie.
En dan hebben we groepen die hun eigen idee hebben van wat het doel van politiek is. Voor bepaalde groepen is het investeren om iets ervoor terug te krijgen in materiële zin: banen, privileges en gesubsidieerde goederen en diensten. Deze groepen zijn niet weg te jagen uit het machtscentrum.
Andere groepen zijn welvarend linksom en rechtsom, maar via politiek is de slagkracht groot en de schaal omvangrijk.
Er zijn groepen burgers die het stemmen in relatie brengen tot religieuze plichten en familietradities. Meestal begrijpen deze groepen niets van water er in DNA en binnen de regering gebeurt. Ze kennen en herkennen alleen grote en belangrijke mannen die mensen in problemen zouden kunnen helpen.
De overgrote groep van kiezers in Suriname kiest op basis van emotie, bijvoorbeeld op kennissen of familie, op groepsgenoten, of op iemand die straks in DNA mooi Nederlands zal kunnen praten. Een belangrijk deel van de kiezers is voorstander van het patronagesysteem., Ik ga op je stemmen, maar dan moet jij me achteraf regelen, dat is de benadering.
En dan is er een desastreuze perceptie in Suriname dat iedereen steelt en iedereen een beetje mag stelen, zolang men maar wat terugdoet voor het volk. Zo wordt corruptie dan gezien als iets natuurlijks dat hoort bij politici en de politiek.
Ten slotte, er is maar een kleine groep in Suriname die waarde hecht aan verkiezingsprogramma’s. Een groter deel gaat af op gepraat en mensen die indruk maken, niet vanwege hun ideeën.
We hebben hier recent aangegeven dat uit een peiling in de USA is gebleken dat de keuze van burgers ook afhangt van hun scholing. Dat zal in Suriname min of meer ook zo zijn. Alleen, in Suriname is de scholing relatief laag omdat vooral de mannen heel vroeg uitvallen uit het onderwijssysteem. De meeste kiezers van het mannelijke geslacht zijn drop-outs. De vrouwen zijn het geschoolde deel van de bevolking, maar we zien dat ze nog te bescheiden zijn om hun rol op te eisen.
Maar we zien dus dat de politiek voor iedereen iets anders is. Als we kijken naar de grote lijnen, dan kunnen we verklaren waarom vanuit de politiek weinig baanbrekends komt richting welvaart. Het gaat om onze attitudes en keuzes.