Onder-minister Maurits Hassankhan van Binnenlandse Zaken is er voorstander van dat in de toekomst de verkiezingen in de droge tijd worden gehouden. Dat moet dan later in het najaar zijn, in plaats van zoals nu in mei wanneer het de grote regentijd is. Hij gaf dit idee mee aan de samenleving en de politieke partijen in het land ter overdenking.
De onder-minister sprak donderdag op de persconferentie van de regeringsraadvergadering waarbij hij inging op de laatste stand van zaken rond de organisatie van de verkiezingen van 25 mei.
Op de persconferentie zat ook aan de onder-directeur Droge Civiel Technische Werken van het ministerie van Openbare Werken (OW), Vikesh Moenna. De OW-functionaris ging onder meer in op de verschillende urgente rehabilitatie werkzaamheden aan wegdelen in Paramaribo en in de districten. Door de vele regen van de voorbije periode verkeren verschillende wegen in slechte conditie.
Volgens onder-minister Hassankhan, die specifiek belast is met de organisatie van de verkiezingen, is Suriname sinds 1991 gewend om de verkiezingen in mei te houden. In de jaren daarvoor werden de verkiezingen altijd in de droge periode van het jaar gehouden. Het is in het belang van alle politieke partijen, en zeker ook die welke in de regering zitten.
Het is meestal zo in de regentijd dat de wegen in het land in slechte condities verkeren. Er wordt onder de bevolking dan gemopperd. Voor de dan zittende regering werkt dat nadelig, omdat het daarvoor uitgescholden wordt.
Deze keer is het de huidige regering, maar bij andere verkiezingen zijn het andere politieke partijen die deel uitmaken van de regering. Hassankhan zegt dat de nieuwe regering en het nieuwe parlement er serieus over zou moeten nadenken om de verkiezingen later in het jaar in de droge tijd te houden, zonder dat daarmee de Grondwet wordt overtreden. Volgens de Grondwet dienen verkiezingen om de vijf jaar te worden gehouden, dus niet langer.