Terwijl de glimlachende Miss Suriname 2025 en Miss World Suriname 2025 onlangs hun sjerpen door president Santokhi lieten omdoen, stonden buiten
In Paramaribo stonden Surinamers te wachten bij voedselbanken en staatskantoren voor een beetje hulp. Dit schril contrast zegt alles over het echte Suriname: een land waar schijn en werkelijkheid mijlenver uit elkaar liggen.
De waarheid is dat achter de vrolijke foto’s en feelgood-berichten een harde realiteit schuilgaat.
Suriname’s economie zit in een vrije val, met hyperinflatie die levensmiddelen onbetaalbaar maakt voor gewone burgers. Terwijl de politieke elite zich omringt met symbolen van nationale trots – zoals missverkiezingen en ceremonieel vertoon – blijft de echte verandering uit.
Wie profiteert er eigenlijk van deze situatie? Het antwoord is pijnlijk duidelijk: een kleine groep machtigen die het systeem in stand houdt. Importlicenties, overheidscontracten en grondstoffenexport zijn stevig in handen van een select clubje dat rijk wordt terwijl het volk arm blijft. Armoede is hier geen ongelukkig toeval, maar een bewust in stand gehouden systeem.
De missverkiezingen dienen als mooi afleidingsmanoeuvre. Want wie vraagt er nog naar de miljoenen die in deze schoonheidswedstrijden worden gepompt, terwijl scholen geen krijtjes hebben en ziekenhuizen medicamenten tekortkomen? De oproep om “nationaal achter onze missen te staan” klinkt wrang in een land waar duizenden jongeren geen toekomstperspectief hebben.
President Santokhi sprak over “trots” en “internationaal imago”, maar het echte werk – corruptie bestrijden, de economie hervormen, banen creëren – blijft liggen. Totdat Suriname durft te kijken naar wie er werkelijk baat heeft bij het huidige systeem, blijft het een land van schrille tegenstellingen: een handvol winnaars, en een zee van verliezers.
De vraag is niet of Suriname kan veranderen. De vraag is: wie heeft er belang bij dat alles blijft zoals het is? Zolang we die vraag niet durven te beantwoorden, blijven mooie plaatjes en missverkiezingen slechts een dun laagje vernis op een kapotte werkelijkheid.
Humbert Vergil
Wanica