Kwaliteit of kwantiteit

Vroeger had elk beroep kwaliteit hoog in het vaandel. Of het nu de timmerman was of de arts of de politicus, men wilde, trots zijn op zijn werk en kwaliteit afleveren. Het lijkt er echter op dat alles nu draait om kwantiteit, men kijkt eerder naar de hoeveelheid en de hoogte van het bedrag. Dit komt duidelijk naar voren in veel beroepen. De eieren van de scharrelkip waren kwaliteit en nu worden de eieren en kuikens gemanipuleerd om snel een grote hoeveelheid te kunnen verkopen. Dit gebeurt ook met de groenten, men wil in korte tijd zoveel mogelijk produceren om snel veel te verdienen, kortom men maalt niet meer om kwaliteit maar richt zich op de kwantiteit.

Voorbeelden zat om ons heen. Vroeger probeerde men het kind te stimuleren om op zijn of haar niveau kwaliteit af te leveren. Dat leverde op, een goede timmerman, dito elektricien, arts, jurist of interieur verzorgster enz. Nu heeft men een systeem bedacht waarin al die niveaus, na de lagere school, in één lokaal op één hoop worden gegooid. Het gevolg hiervan is dat een klas qua intelligentie wordt bezet door drie of vier niveaus, namelijk een groep met een laag niveau, een groep met een middelmatig niveau en een groep met een normaal of hoog niveau. 

De eerste groep valt al heel snel buiten de boot en zit voor spek en bonen in de klas. De tweede groep kan meegetrokken worden, mits het kind ijverig en welwillend is, iets dat meestal niet het geval is. Groep drie wordt lesstof onder zijn niveau aangeboden, verveelt zich en komt niet aan zijn trekken. Tenslotte de groep van de anderstaligen die so wie so niet meekan door de taalbarrière. Deze laatste groep wordt, omdat ze geen Nederlands verstaan en spreken, keer op keer gestraft met blijven zitten. 

Kortom, dit is het materiaal dat op het bord van de huidige leerkracht wordt geworpen. De leerkracht kan zich niet concentreren op vier niveaus tegelijk en geeft daarom les op het niveau van de middengroep. Het gevolg hiervan is dat er geen kwaliteit wordt afgeleverd. Dat is niet de schuld van de leerkracht maar van het systeem.

Kortom in het onderwijs is de kwaliteit ver te zoeken. Met een beetje geluk krijgt het kind thuis kwaliteitsaandacht en is het nog te redden. 

Nog een voorbeeld van gebrek aan kwaliteit zijn de reclame stunts op de televisie van de politieke partijen. Het volk wordt doodgegooid met een kwantiteit aan loze beloften opgesteld in prachtige contexten. Daar men weet dat het gros van het volk deze teksten niet zal lezen en nog minder zal begrijpen, worden deze geschreven beloften geflankeerd door een foto van iemand die op hen lijkt. Met het gevolg dat het volk stemt op een gezicht en niet op de inhoud. Het volk wordt dus heel slim afgeleid van de inhoud. Er is dus geen sprake van kwaliteit.  

Bouterse was hiermee al in de fout gegaan door het volk zoveel te beloven dat niet gerealiseerd kon worden. Het volk stelde dus geen inhoudelijke vragen en stemde blindelings op de mooiprater Bouterse. 

Opvallend is dat elke partij het allerbelangrijkste item uit de weg gaat, namelijk om aan het volk te vertellen hoe ze van plan zijn om de grote schuld, veroorzaakt door de NDP, te betalen. Elke partij speelt voor struisvogel. Het is Santokhi gelukt om 5 jaar lang zijn volk te laten ademen, ondanks deze wurggreep, maar hoe verder?                            

Men kan beter 1 of 2 beloften neerzetten waarvan men zeker weet dat het gerealiseerd kan worden, beter een vogel in de hand dan tien in de lucht. Het volk heeft meer aan een simpele uitleg over hoe men een belofte wil realiseren dan aan het opsommen van tientallen niet realiseerbare beloften. Een mooi voorbeeld hiervan is hoe de VHP haar stappenplan aan het volk heeft uitgelegd en het achteraf ook heeft waargemaakt.

Een ander gebied waar de kwaliteit in Suriname ver te zoeken is, is de journalistiek. Onze journalisten, vooral de radio- interviews zijn niet op niveau. Als excuus hiervoor kan worden aangevoerd dat ze er niet de scholing voor hebben gehad. Het nadeel is dat de luisteraar er niet veel van leert. Bij velen gaat het meer om de sensatie dan om de kwaliteit van de inhoud. Iedereen kan met een microfoon in de hand vragen stellen maar die interviews hebben geen diepgang. Vooral bij interviews van politici, komen daardoor de feiten niet aan het licht.                               

In het buitenland staat de journalistiek op een kwaliteitsniveau omdat er specialisten zijn op elk gebied, bijvoorbeeld een specialist economie, politiek, oorlog enz. Deze mensen worden ingezet op hun vakgebied en kunnen daardoor gericht vragen stellen, ingaan op gegeven antwoorden en goed naar het volk toe presenteren. Er is diepgang in het interview, ze weten waar ze over praten. Kortom men presenteert kwaliteit en daar leert een luisteraar veel van.

Deze drie voorbeelden zijn slechts een kleine greep uit het assortiment’ kwaliteit of kwantiteit’. Er zijn nog veel meer voorbeelden te noemen. Maar belangrijker is om het volk te stimuleren zelf kwaliteit te leveren en er vooral naar te streven.

“Quality is not act.  It is a habit.”

Josta Vaseur

error: Kopiëren mag niet!