Suriname’s schuldenlast: Erfenis van Bouterse- Drukt zwaar op Santokhi-regering

Historische leningen 2015–2020 stellen huidige regering voor onmogelijke uitdaging

De regering onder leiding van president Chan Santokhi wordt geconfronteerd met een steeds grimmigere financiële realiteit: het terugbetalen van tientallen leningen, opgenomen tijdens het bewind van voormalig president Desi Bouterse (2015–2020). Met een totale schuld van ruim 2,5 miljard SRD en 1,7 miljard US-dollar (exclusief rente) en een ingestorte economie, waarschuwen experts voor een langdurige crisis. De leningen, waarvan een groot deel tegen hoge rentes, werden destijds gebruikt voor infrastructuur en overheidsuitgaven, maar blijken nu een onhoudbare last voor het land.

Leningen 2015–2020: Een  cijfermatige explosie

Het begon in 2015 met twee cruciale leningen onder Bouterse’s regering:

  • Binnenlandse schuld: De Centrale Bank van Suriname leende SRD 2,5 miljard tegen 3,5% rente.
  • Buitenlandse schuld: De Industrial and Commercial Bank of China (ICBC) verstrekte US$ 65,3 miljoen (3,5% rente).

In de jaren daarna explodeerde het aantal leningen. Alleen al in 2016 sloot Suriname 23 nieuwe leningen af, waaronder:

  • Hoge rentes: Hakrinbank (8,5%), Republic Bank (10%), en het Oppenheimer Fund (8,57% op US$ 150 miljoen).
  • Geopolitieke diversiteit: Chinese, Israëlische, en Islamitische banken (bijv. Islamic Development Bank: US$ 30,8 miljoen).

Tussen 2017 en 2020 volgden nog 67 leningen, met opvallende transacties zoals:

  • 2018: Binnenlandse leningen bij Baitali N.V. (US$ 43,5 miljoen) en Trustbank Amanah (meerdere euro/dollar-leningen).
  • 2019: Een miljardenlening van Credit Suisse (€57,5 miljoen tegen 1,6%) en de Export-Import Bank of India (US$ 15 miljoen).
  • 2020: Twee laatste leningen van de Inter-American Development Bank (US$ 40 miljoen totaal).

Commentaar: “Een tikkende tijdbom”

Economen zijn somber. “Suriname heeft simpelweg de inkomsten niet om dit af te lossen”, zegt financieel analist Roy . De schuldquote bedraagt inmiddels >150% van het bbp (bruto binnenlands product), ver boven de IMF-norm van 55%. Met name de hoge rentes (tot 10% bij binnenlandse banken) en kortlopende leningen (bijv. drie-maands rentes bij de Inter-American Development Bank) vergroten het risico op default.

Ook de afhankelijkheid van Chinese leningen baart zorgen. Zo komt US$ 333 miljoen uit China (o.a. Eximbank), vaak gekoppeld aan infrastructuurprojecten. “Als Suriname niet herstructureert, verliezen we mogelijk strategische assets,” aldus Roy.

Ook de afhankelijkheid van Chinese leningen baart zorgen. Zo komt US$ 333 miljoen uit China (o.a. Eximbank), vaak gekoppeld aan infrastructuurprojecten. “Als Suriname niet herstructureert, verliezen we mogelijk strategische assets,” aldus Roy.

Santokhi’s onmogelijke opgave

President Santokhi’s regering probeert via IMF-steun (2021: US 690 miljoen lening en bezuinigingen de schuld te beheersen.

Maar heronderhandelen van leningen verloopt moeizaam,vooral bij private partijen (bijv. OppenheimerFund: US 700 miljoen aan leningen tegen ~9% rente). Intussen daalt de Surinaamse dollar, stijgen voedselprijzen, en protesteren ambtenaren tegen loonmatiging.

Toekomst: Herstructureren of instorten?

De regering hoopt op kwijtschelding van bilaterale schulden, maar private schuldeisers eisen betaling. Een default zou Suriname’s kredietstatus verder verwoesten, waardoor toekomstige leningen onbetaalbaar worden. “Zonder drastische hervormingen en schuldverlichting zinken we dieper in armoede,” waarschuwt econoom Naomie.

Met een bevolking die voor 60% onder de armoedegrens leeft, is de tijd dringend. De erfenis van het Bouterse-tijdperk blijkt niet alleen een financiële last, maar ook een politieke waarschuwing: schulden maken is gemakkelijk, aflossen een nachtmerrie

error: Kopiëren mag niet!